Viel krank und teuer: nieuwe plannen maken

Rila kloosterDeze ochtend slapen we lekker uit en pakken rustig de camper weer in. Toch staan we nog voor de drukte voor de ingang van het Rila klooster. Het is zo’n 2 uur rijden voor de touringcars vanuit Sofia en je kunt het natuurlijk niet maken om voor zo’n relatief kort uitstapje mensen zonder ontbijt op te halen bij hun hotel.

Het Rila klooster ligt op ruim 1100 meter hoogte en trekt jaarlijks veel pelgrims en bussen vol toeristen. We lopen een rondje, proberen wat van de bordjes te ontcijferen en genieten van de rust. Ook hier zijn de souvenirwinkeltjes nog dicht en rondleidingen worden blijkbaar alleen gegeven door de reisleiders van de tourgroepen, we zijn dus vrij snel klaar. Zo snel dat we zelfs nog te vroeg weer weg zijn om te hoeven betalen voor de parkeerplaats.

Terwijl we wegrijden komt de eerste touringcar aan en onderweg naar beneden komen we nog vele anderen tegen. We vragen ons wel een beetje af waar ze al die bussen gaan laten op dat kleine parkeerplaatsje bovenaan de bergpas. Maar wij zullen er dankzij onze slimme campeerplaats in ieder geval geen last van hebben!

We rijden via de skidorpen Razlog en Bansko, waar nu echt geen zak te beleven blijkt, naar onze volgende bestemmingen: Kovachevista en Leshtan, hele kleine stadjes die hoog in de bergen liggen en volgens het reisschema dat we hebben ‘gejat’ nog niet door hebben dat in de rest van de wereld de 21e eeuw al begonnen is. We kronkelen al over een slechte bergweg (de 19) langs een rivier naar het zuiden en vooral omhoog. De GPS wil dat we door Leshtan naar Kovachevista rijden, daar een Ubocht maken en dan terug over dezelfde weg naar de 19.

Maar als we in de plaats Mesta op de papieren kaart kijken, valt ons op dat er ook een weg rondloopt vanaf hier naar Kovachevista, en dat we dan zoals de GPS voorstelt naar Leshtan en terug naar de 19 kunnen rijden. Dat zou net zoveel kilometers zijn, maar heen en weer rijden doen we niet graag, dus we besluiten dat te proberen.

Mooie garageWe gaan over een smalle lange brug de rivier over en rijden Filipovo binnen. Een prachtig oud dorp waar alle inwoners samen druk bomen in blokken aan het zagen zijn en allemaal hun houtschuurtje vullen. Het weerbericht verwacht inderdaad sneeuw voor komend weekend, dus de winter gaat nu echt beginnen. Tijd om gezamenlijk een vrachtwagen bomen te bestellen blijkbaar! Naar ons idee vrij last minute, maar dat is in Bulgarije blijkbaar de levensstijl.

Direct na Filipovo wordt de weg al smaller, stijler (12%!) en vooral heel erg rustig, maar de omgeving wordt super mooi, dus in eerste instantie staan we er niet zo bij stil dat we eigenlijk geen andere auto’s meer hebben gezien. We komen nog door een ini-mini plaatsje Osenovo (goed ver inzoomen op google maps) waar ook vrijwel iedereen in de weer is met brandhout. Ze staren ons allemaal aan alsof we aliens zijn, “Wat moeten die Gringo’s hier?” lijken ze te denken. Ondertussen blijft de GPS maar volhouden dat we om moeten keren.

Leuk weggetjeZodra we aan de andere kant het dorp uitrijden wordt de weg binnen een kilometer te smal en te slecht om veilig met de bus door te kunnen rijden. Had de GPS toch weer gelijk! Stefan met name baalt een beetje dat we niet op de motor zijn, want dan was dit nog best een leuk weggetje geweest én de weg tot aan hier was ook een genot geweest om op de KTM te doen, maar nu is er weinig andere optie als omkeren.

Als we weer door Osenovo rijden, worden we hartelijk begroet door alle mensen die ons net nog zeer afstandelijk leken, alsof ze het hier grappig vinden om de buitenlanders zelf te laten ontdekken dat ze aan het einde van de weg (of de wereld?) zijn aangekomen. Stefan moppert nog een beetje dat ze best een bordje bij de brug over de rivier hadden mogen neerzetten dat het een doodlopende weg is. En we lachen stiekem een beetje terug als 3 omaatjes die langs de weg zitten een dikke blauwe pluim uit onze uitlaat in hun gezicht krijgen.

FF afkoelenMaar een kilometer verder, als we de eerste serieuze helling naar beneden moeten en Stefan de bus in z’n tweede versnelling zet, vergaat het lachen ons al snel. Die blauwe rook, dat doet hij normaal eigenlijk niet als de motor warm is. De motor begint een raar geluid te maken, te stotteren als de koppeling wordt ingetrapt en bij een tikje op het gaspedaal komt er eerst gitzwarte rook en daarna heeeeel veel spierwitte stinkende stoom uit de uitlaat. Owjee!

HmmmWe kijken het nog twee haarspeldbochten aan, misschien komt het door de hellingshoek? En je wilt echt niet in-the-middle-of-nowhere op een 12% helling je auto langs de weg zetten natuurlijk. Als blijkt dat het alleen maar erger wordt, gaan we voor de volgende test, de motor uit, even een minuutje wachten en weer starten, maar helaas: hij start prima, maar het probleem is direct weer terug.

We besluiten de auto op alleen de remmen af te laten zakken tot een plek waar we veiliger kunnen stoppen en waar afslepen van de auto wel mogelijk zal zijn, maar nog voordat we terug zijn bij Filipovo moeten we met een stel kokende remmen en een duidelijk kapotte motor de handdoek in ring gooien.

Helaas blijkt de motor zelfs bij stilstand niet genoeg compressie (meer) te hebben om het gewicht van de camper te kunnen tegenhouden op de berghelling en we zakken langzaam maar zeker steeds een paar centimeter verder de berg af. We zetten de auto dwars op de weg, zodat hij in ieder geval een redeijk neutrale hellingshoek heeft en de remmen kunnen afkoelen. We hebben tot nu toe immers toch geen andere auto’s gezien. Een snelle check leert dat we hier gelukkig wel mobiele dekking hebben.

Als de stank van de hete remmen een beetje weggetrokken is uit de cabine, laten we de bus nog twee bochten verder rollen. Op een plekje waar aan de linkerkant van de weg een uitrit naar een dirtroad en een vrij diepe greppel zitten, kunnen we de bus veilig, in z’n vrij, stilzetten. Voor de zekerheid gooien we nog wel vier flinke stenen voor de wielen.

Na een korte discussie over wat het zou kunnen zijn en een keertje oliepijlen is de conclusie al gauw dat we dit niet langs de kant van de weg gerepareerd gaan krijgen. Gelukkig staan we niet meer op het smalle onmogelijk te berijden weggetje waar we 5 minuten geleden nog gedraaid zijn en gelukkig zijn we nog binnen het dekkingsgebied van de mega uitgebreidde ANWB pechhulpverzekering die we voor deze reis hebben afgesloten!

Bellen bellen bellenNa zo’n 10 minuten in de wacht bij de ANWB alarmcentrale en duidelijk verbaasde centraliste over de locatie waar wij ons bevonden, verteld ze ons dat het in Bulgarije heel makkelijk 1,5 tot 2 uur kan duren voordat hulp arriveert, ze zijn daar niet de snelste. Het is pas 14.00 uur en het zonnetje is net gaan schijnen, dus we reageren nog vrij vrolijk dat we de klapstoeltjes wel uitpakken en van de mooie omgeving gaan genieten. Help is on the way!

Gevaar op de weg!Stefan zet netjes volgens de regels de gevarendriehoeken voor de volgende bocht en achter de auto en besluit vervolgens, dat omdat de auto helemaal van de weg af staat, we het best kunnen maken om ook onze luifel hier gewoon over de linker rijstrook uit te draaien, er staat immers een waarschuwingsding en die luifel is nog zeiknat van de afgelopen nacht. Als de auto nu wordt afgesleept komt er misschien geen nieuwe gelegenheid meer om die te drogen voordat het gaat vriezen ‘s nachts. Er komt hier toch geen kip.

Kom maar op met die zon!Natuurlijk staat de luifel nog geen twee minuten in de zon te drogen, of de eerste paar vrachtauto’s komen de berg omhoog. De ene nog ouder en rotter dan de ander en allemaal leeg. Duidelijk onderweg om nog voorbij dat slechte weggetje, waar wij gedraaid zijn, bomen te gaan halen. Ze kijken wat vreemd naar hoe we hier staan, maar rijden wel gewoon door. Als een half uurtje later de luifel mooi droog is geworden draaien we die in en klappen we inderdaad de stoelen uit om de overgebleven salade van gisteravond te lunchen.

Na exact twee uur belt de ANWB alarmcentrale om te vragen of we inmiddels geholpen zijn. Helaas niet! En weer een kwartiertje later krijgen we het slechte nieuws dat de Bulgaarse zustermaatschappij beweert dat ze het e-mailtje niet hebben gehad met het verzoek om ons te helpen en er dus nog helemaal niets gebeurd is. Waarom sturen ze zoiets in godsnaam per e-mail, zonder het na te bellen of bevestiging te vragen!? Nu wordt het toch wel vervelend, want dan gaat de twee uur opnieuw tellen.

We maken er het beste vanOh, je wilt er langs? Tja, jammer joh!Nog steeds lekker in het zonnetje, maken we er maar het beste van. Er komt nog een paard met wagen de berg op en de bestuurder is de eerste die zich lijkt te bekommeren om onze situatie. Hij loopt eens een rondje om de auto en vraagt daarna iets aan Renee in het Bulgaars. Wij halen onze schouders op en daarna wordt hij boos. Een paar handgebaren later is ons duidelijk dat we voor zijn inrit staan en hij wil dat we de bus verplaatsen. Bekijk het maar ouwe! Je kunt er nog prima omheen en hij is kapot. Met een boze blik trekt hij de teugels aan en stuurt de kar vlak langs ons achterbumper het zandpad op. Niet veel later horen we hoe hij het paard met de zweep dwingt om het riviertje te doorwaden. Arm beest.

Wéér twee uur later, gaat Stefan bellen met de ANWB waarom het allemaal zo lang moet duren, het wordt immers bijna donker en de enige andere local die gestopt is, heeft ons gewezen op de dikke donderwolken die over de bergtop komen rollen met een soort van ‘je moet hier weg, het wordt noodweer’-gebaar. We willen hier nu wel echt graag weg! Terwijl we minutenlang elke 10 seconden horen dat de ANWB ons graag zo snel mogelijk wil helpen komt er een wisselgesprek binnen uit Engeland… Maar helaas wil het wisselen van gesprek niet lukken op het Bulgaarse telefoonnetwerk en beide verbindingen worden verbroken.

10 minuten later gaat de telefoon weer, deze keer met een nummer dat de locatie “Sofia” (de hoofdstad van Bulgarije) bestempelt krijgt. Het is dan ook geen verrassing dat er een vrouwtje van de Bulgaarse ANWB vraagt waar we precies staan. Nou mevrouw, we staan al 4 uur op exact dezelfde plek als we bij de eerste melding aan de ANWB hebben doorgegeven. “Oh, wat vervelend voor jullie! We hebben namelijk geen betalingsgarantie gekregen van de Nederlandse autoclub, dus we komen jullie niet helpen.” en ze hangt op.

PARDON?! Het wachtmenu van de ANWB is er ook mee opgehouden en na 10 keer proberen ‘na te kiezen’ krijgen we een vrouw van de medische hulpverlening, die uiteraard de wind van voren krijgt voordat ze een kans heeft om te vertellen dat ze ons echt niet kan helpen. We worden doorverbonden naar iemand die blijkbaar een beknopte samenvatting van het verhaal heeft gekregen. Hij gaat bellen met de zustermaatschappij, want ze hebben dan de fax verkeerd gelezen. Het komt goed.

Inmiddels staan we in keiharde koude wind, in de schemering op een verlaten bergpas. We hebben de afgelopen 4,5 uur 10 vrachtwagens leeg naar boven, en vol weer naar beneden zien rijden en zojuist komt er een moeilijk te onderscheiden motor zonder licht voorbij, we weten vrij zeker dat dit de laatste toevallige passant is die we gaan zien op deze bergpas. Wij willen hier weg én snel.

Niet veel later krijgen we een geruststellend telefoontje van zowel de ANWB, als de zustermaatschappij, dat er binnen een half uur iemand bij ons staat, hij moet vertrekken vanuit Bansko, waar wij eerder vandaag waren. Omdat we weten dat het vanuit Bansko ruim een uur rijden is, wachten we geduldig af, het is toch al donker. We kijken voor het eerst een aflevering van een tvprogramma op ons mediacenter (het achteruitrijcamera-schermpje) en halverwege de tweede aflevering van ‘An idiot abroad’ (aanrader) komt er een sleepwagen de hoek om draaien.

Het allervriendelijkste mannetje spreekt helaas alleen Bulgaars en na een keertje onder de kap te kijken wil hij de sleutel van de bus hebben. Als de motor in een keer aanslaat maakt hij een gebaar wat uitstraalt: “Ik zie jullie probleem niet, hij doet het toch?” En hij lijkt ook vrij direct weer te willen vertrekken. Stefan draait snel de koplampen van de bus aan en wijst hem op de gigantische witte wolk waar we ons ineens in begeven. Het mannetje kijkt nog een keer verschrikt om naar de uitlaat van de bus en zet daarna snel de motor uit. Dat wordt afslepen ja!

Pas als hij de laadbak heeft laten zakken en de lier heeft uitgerold ontdekt hij dat we echt geen sleepoog hebben aan de voorkant van de bus. Hij is duidelijk niet van plan om naar Stefan te luisteren, die met handen en voeten duidelijk probeert te maken dat de gele sleepkabel (die jullie vast al op foto’s hebben gezien) aan het chassis vast zit en de enige manier is om de auto op de laadbak te krijgen. We leggen een knoop in de sleepkabel, vlak voor het bumper, zodat de bus maximaal naar voren opgetakeld kan worden, want die laadbak is wel erg kort voor onze lange bus.

Op het randje!Uiteindelijk is het met wat klooien gelukt om de bus helemaal op de laadvloer te krijgen. Het past precies, de linker achterband staat nog nét met het loopvlak op de laadvloer. Zo erg op het randje dat onze nieuwe Bulgaarse beste vriend besluit om de oprijplaten nog een stukje uit te laten steken en de zekering van de beveiliging er maar uit te trekken zodat hij weg kan rijden. We maken nog snel even een tekening op ons kladblokje van de bus, achterop de vrachtwagen, ons dakkoepeltje en de laag hangende kabels in het dorpje Filipovo waar we zometeen doorheen moeten. Met wat extra lijnen maken we hem duidelijk dat we ons zorgen maken over de hoogte en hij rijdt inderdaad zeer voorzichtig, soms met zijn hoofd uit het raam, om te kijken of alles wel goed gaat.

Onze slaapplek voor de ingang van de garageIn een ruim uur rijden we over de vele gemene drempels en belachelijke hobbels bij wegwerkzaamheden terug naar Razlog, waar we eerder vandaag doorheen zijn gekomen. We zitten met z’n drieën, zonder gordels, in een bloedhete cabine (de ramen beslaan van onze zweetdampen) en wij proberen niet teveel met elkaar te praten, omdat onze chauffeur daar een beetje zenuwachtig van lijkt te worden.

In Razlog probeert hij ons eerst bij een hotel af te zetten, wat hij eerder al tijdens het rijden telefonisch had gereserveerd. Maar wij slapen liever in de camper en willen er ook graag bij zijn als de camper van de vrachtauto wordt gehaald, als dat mag. Hij vindt het geen probleem en nadat de bus is afgeladen voor de deur van een vrij groot garagebedrijf, is hij binnen een minuut vertrokken richting huis. Fijne nacht, tot morgen, 8 uur-ish (denken we).

De volgende ochtend is het een drukte vanjewelste bij de garage voor de deur en we besluiten om niet te wachten totdat er iemand naar ons toe komt. Het is overduidelijk dat communiceren hier een uitdaging gaat worden, dus wijst Stefan naar de bus en vraagt: “Joh, gaan jullie daar nog iets aan doen?”, gewoon lekker in het Nederlands. Ze lijken dit te begrijpen en halen er een paar mensen bij, waaronder de baas. Hij zegt Duits te spreken, maar met meer Bulgaars dan Duits maakt hij uiteindelijk duidelijk dat de bus naar binnen moet.

Hmm, dat past maar net!Het hele team wordt erbij geroepen en duwen maar! Wij proberen ondertussen duidelijk te maken dat ze voorzichtig moeten zijn, want die deur zou wel eens nét te laag kunnen zijn. We hebben net voor vertrek uit Nederland al meegemaakt dat een garagehouder ons dakraam eraf reed, dat willen we deze keer voorkomen. Het past precies, hij had niet een centimeter hoger moeten zijn…

Na een 10-minuten inspectie en nog een keertje starten (waarna ze alle deuren in de garage tegen elkaar open moesten zetten om te luchten) komt de baas met de conclusie: “viel krank, viel teuer”. Juist, dan weten we echt heel veel meer natuurlijk! Hij belt vervolgens met de Bulgaarse autoclub, de zusterorganisatie van de ANWB in Bulgarije en wij krijgen de telefoon in onze handen. Een vrouwtje legt ons in het Engels uit dat de koppakking (een afsluiting tussen de cylinders en de deksel in het motorblok) stuk is en dat ze denken ongeveer 10 dagen nodig te hebben om dit te repareren. Dat is wel erg lang! Ze geeft aan dat de ANWB ons over ongeveer 30 minuten belt om de mogelijkheden te bespreken en dat zij hun in de tussentijd inlicht.

MotorblokUiteraard belt Stefan na 45 minuten wachten zelf maar weer eens met de ANWB. Hij heeft ondertussen ook met de Mercedes garage in Nederland gebeld, om te horen wat die met een kapotte koppakking zou (kunnen) doen en in hoeveel tijd, zodat we een richtlijn hebben. Conclusie: als ze er langer over doen dan een dag of 3, dan zijn het een stelletje prutsers. We vertellen dit ook aan de ANWB en zij beloven als tolk te gaan bellen om te kijken of het sneller kan.

Wachten in Hotel RazlogWe wachten nog maar wat meer en besluiten naar het hotel te lopen waar we gisteren met de sleepauto voor de deur stonden. Het ziet ernaar uit dat we hier nog wel een tijdje vastzitten en dan kunnen we gelijk even opwarmen en hopelijk internetten in de lobby.

Razlog is echt een skidorp waar buiten het seizoen niets te beleven valt en bovendien zijn de temperaturen hier flink gedaald, het is pisweer en we worden chagrijnig dat we totaal niet kunnen communiceren met de mensen hier. Zelfs de dame van de hotelreceptie kent alleen maar de basiswoorden die ze nodig heeft om een kamer te boeken of af te rekenen, je hoeft niet te vragen hoe je bij het zwembad komt wat je in het zusterhotel kunt gebruiken volgens de folder.

Als er weer een uur is verstreken, bellen wij maar weer op (ook al zouden we teruggebeld worden) en blijkt dat er onduidelijkheid bestaat over wie wat moet doen. Voor de ANWB moet eerst een concrete diagnose komen, maar hiervoor moet het motorblok open gemaakt worden. Eerder kan de garage niet zeggen wat er allemaal (nog meer) stuk is, hoe lang dit gaat duren en wat het moet kosten. Wij moeten hier blijkbaar akkoord voor geven, maar de baas van de garage wil dit akkoord van de Bulgaarse autoclub krijgen. Dus wij geven door aan de ANWB dat wij akkoord geven om het blok open te maken, zodat zij dat door kunnen geven aan Sofia en zij weer aan de garage.

Ook de bus staat in de wachtstandInmiddels is het twee uur ‘s middags en hebben ze behalve de 10-minuten check niets meer aan de bus gedaan. Dat het lang zou duren, wisten we al, maar als er NIETS wordt gedaan omdat de organisaties onderling maar blijven discussieren, dan is dat nogal frustrerend. Zeker omdat de ANWB blijkbaar van mening is dat ze tot februari de tijd hebben om de bus te laten repareren in Bulgarije. Dit is onze reisduur en zolang we nog niet van plan zijn om naar huis te gaan, is er ook niet zoveel haast. WAT?! We zijn op doorreis naar India, niet een rondreis aan het maken van 4 maanden door Bulgarije! En bovendien valt er niets te beleven in dit gat! Misschien dat het wat aantrekt als het skiseizoen volgende maand begint, maar dat hopen wij echt niet mee te maken.

Na meerdere keren bellen, boos worden, rustig blijven, aansporen, meedenken en om hulp vragen, is het inmiddels 17.00 uur hier en ze zijn bij de garage al duidelijk aan het opruimen. Er is een hele dag voorbij gegaan en ze hebben nog niets gedaan. Wat nu en hoe verder? De ANWB lijkt ons verhaal inmiddels te snappen, maar weten ook niet goed hoe ze ons kunnen helpen. Vervangend vervoer is geen optie, want hiermee kunnen we de grens naar Iran, Pakistan en India niet over. En Bulgaarse huurauto’s mogen volgens de ANWB meestal sowieso het land niet uit, dus als we vervangend vervoer willen hebben, wordt dat uit Nederland gebracht en is dat er zondag pas.

Hij kwam met een lekke band, maar wilde geen reservewiel tegen een motorblok ruilenWij zijn het burocratische gedoe dat de garage alles via de Bulgaarse ANWB wil horen voordat ze actie ondernemen meer dan zat. De gebrekkige communicatie met ons en de lange termijn die ze stellen voor het repareren van een auto die ze hier in de garage toch wel vaker zien zorgt ervoor dat we er geen vertrouwen meer in hebben. Als ze hem al binnen de afgesproken tijd gefixt krijgen, gebeurt dat dan ook goed genoeg? Zo goed dat we er met vertrouwen weer mee door kunnen naar India, zonder straks midden in de woestijn in Pakistan weer stil te staan? Er komt met een lekke koppakking immers water of olie, of beide bij de brandstof en wie weet wat er allemaal nog meer stuk is gegaan?

Terwijl we uiteindelijk met de ANWB alarmcentrale de knoop doorhakken dat we de reis willen afbreken en onszelf + de auto op transport naar Nederland willen zetten, het liefst zo snel mogelijk, komt er ineens een lichtpuntje in de duisternis bij de garage. Ze stellen Atanas aan ons voor, waar hij ineens vandaan komt, geen idee, maar hij spreekt vloeiend Engels én Bulgaars!

Helaas hebben we nu net alles in gang gezet om naar huis te gaan, want met zijn tussenkomst was repareren misschien nog wel bespreekbaar geworden. Maar we zijn nog steeds blij met zijn hulp! Hij gaat alles voor ons regelen om de auto op transport te krijgen en brengt ons dan morgen naar het busstation zodat wij naar de hoofdstad Sofia kunnen om naar huis te vliegen. Wij moeten zelf nog wel een beetje aan dit idee wennen.

We besluiten Atanas onze fles rode wijn kado te doen, die wij in Budapest hebben opgepikt bij het betalen van de camping. Die valt in hele goede handen, onze tolk blijkt een echte wijnliefhebber te zijn! Hij vertaalt al onze vragen voor de garagehouder (en visaversa) en we maken duidelijke afspraken over het vervolg. Om 18.00 uur zitten wij in onze hotelkamer met een heel dubbel gevoel. We weten waar we aan toe zijn nu, maar we staan nog niet helemaal achter de keuze om de grote overland reis, waar we zo naartoe geleefd hebben, zoveel aan hebben voorbereid en zoveel in hebben geinvesteerd, af te breken.

Helaas is het niet zo makkelijk om met een andere auto verder te reizen (door het papierwerk) en als de bus over een week of twee in Nederland aankomt zal daar ook e.e.a. voor geregeld moeten worden, dus dan is het wel handig als wij daar ook zijn. Gelukkig staat de ANWB ons bij dit dilemma heel goed bij, door alles voor het transport en de vliegtickets voor ons te regelen. Wat dat betreft zijn we super tevreden. En dat we door foutjes in het papierwerk 7,5 uur op een bergpas letterlijk hebben staan wachten tot het donker en koud was, dat zullen we dan gauw weer vergeten, hopen we.

We worden in ons skihotel bij het diner nog afgescheept met koude soep, overdatum zure fetakaas in zowel voor- als hoofdgerecht. Als klap op de vuurpijl krijgen we voor het toetje niet opnieuw de menukaart, waarin we eerder al de keuzes ‘Vers gemixt fruit’, ‘drie bolletjes ijs’ en ‘crepes met chocolade’ hadden gezien, maar er komt gewoon een bord met twee bananen op tafel “dessert”. We lachen erom, dan maar geen toetje, maar als ze al hun klanten in de zomer zo behandelen, moeten ze toch ook begrijpen dat het in de winter minder goed loopt met allemaal slechte reviews op de verschillende websites? Wij zullen ook zeker over Hotel Razlog nog even een review achterlaten dat je daar vooral niets moet eten. Zeker niet omdat ook het ontbijt (met oud brood en verder eigenlijk niks) niet eens een eigen alinia op dit weblog waard is en we schrijven normaal juist heel veel!

Na het “ontbijt” pakken we de tassen en checken we uit. We lopen naar de garage en smeren een boterham in de bus. Daarna willen we de tassen voor de terugvlucht inpakken en de bus verder transportklaar maken. Water eruit, gasfles dicht, koelkast legen, accu’s laden en afkoppelen etc. Met wat handen- en voetenwerk maken we duidelijk dat we veel tijd nodig hebben en dat de bus dus eigenlijk weer naar buiten moet, want de garage is te klein om de achterbak te kunnen openen. Buiten zijn we de attractie van het skidorp, het lijkt wel alsof iedereen die ook maar iets van binding met deze garage heeft even komt kijken naar de gekke toeristen en hun spullenboel.

Na een uurtje of drie hebben we alles nagelopen en onze tassen gepakt naast de bus op straat liggen. De accu’s zijn opgeladen en afgekoppeld en alle waardevolle spullen die we niet in het vliegtuig mee kunnen nemen liggen met een ketting aan de bus vast. We hebben een speciaal mapje met de papieren van de auto en de motorfiets en alle sleutels van de auto gemaakt voor de transporteur en geven de sleutel van het contactslot en de cabine aan de garagehouder. Daarnaast krijgt hij een krat met waterflesjes, pasta, rijst, ingeblikte soep, diepvriesijsjes en een Nederlandse vlag, die moet hij maar verdelen onder het personeel.

We vragen hem nog om Atanas voor ons te bellen, want die zou ons helpen met het boeken van de bus naar Sofia en de garagehouder brengt ons zelfs nog naar het busstation aan de andere kant van het dorp, super service! De totale rekening voor dit alles? 10 euro. En bij gebrek aan Bulgaarse Leva mogen we dat ook nog eens in echte euro’s betalen. Hij lacht er wel een beetje om, die gekke toeristen.

BusritjeTijdens de drie uur durende busreis, herkennen we een hoop dingen. Een aantal dagen geleden hebben we deze route namelijk al afgelegd, maar dan de andere kant op. Na een uurtje wordt onze aandacht getrokken doordat de bus langzaam gaat rijden en er verderop allerlei cameramensen staan. Wat is hier aan de hand? Aan de andere kant van de weg, is letterlijk geen rijstrook meer, deze ligt zo’n 20 meter dieper in de afgrond. Juist, daar hebben wij ook gereden drie dagen geleden. We hopen dat er geen gewonden zijn gevallen.

Weer terug in SofiaAangekomen op het busstation pakken we direct een taxi naar ons Ibis airport hotel, waar we rond 16.00 uur inchecken en neerploffen op de bank in de lobby. We bestellen een drankje en plaatsen ons vorige stukje online. We hebben niet zo’n zin meer om nog de stad in te gaan, want het is koud en nat en we willen vannacht vroeg naar bed. Na een Bulgaarse mixed grill en een heerlijk toetje in het restaurant van het hotel, gaan we naar de kamer.

Onze nieuwe buren hebben echter een hard jankend kind en zitten schreeuwend te ‘communiceren’ met hun reisgenoten aan de andere kant van de gang. Wij willen slapen, dus regelt Renee bij de receptie een andere kamer. Helaas blijkt ook hier dat ze in Bulgarije goed bedoelen, maar niet volledig goed begrijpen. De nieuwe kamer zit een verdieping hoger, maar ook eentje opzij: Exact boven de mensen waar we last van hadden. We doen het er maar mee, we gaan niet nog een keer met de tassen slepen.

Change of transportOm 04.00 uur (03.00 uur in Nederland) gaat onze wekker. We hebben gekozen voor dit hotel omdat ze vanaf 04.00 uur ontbijt zouden serveren volgens de website. Maar helaas is het ontbijt beperkt tot een sapje en een krukdroog broodje uit de koelkast. Het sneeuwt buiten! De eerste dag sneeuw in Bulgarije dit jaar, zegt de receptiedame nog trots terwijl we uitchecken. Ja fijn, we moeten vliegen vandaag.

De gratis shuttle naar terminal 2 blijkt een redelijk nieuwe en vooral zeer nette Nederlandse Volvo, inclusief de melding “Gordel gebruikt” op het dashboard als onze chauffeur een politieagent spot. We voelen nu wel heel erg dat we de verkeerde kant op gaan vandaag. Bij het inchecken voor de vlucht blijkt dat onze rugtassen net onder het maximale gewicht zitten en bij de security blijkt er nog een mes in Renee d’r handbagage te zitten (oops). Maar Holland, here we come. 100 dagen eerder dan verwacht, zitten we in het vliegtuig terug naar huis. En nu?

Bulgaren, de uitvinders van het Cyrillische alfabet

Het is inmiddels donker geworden als we door de grensplaatsen in Roemenië rijden. Dit is niet heel erg relaxed, doordat de wegen hier niet/amper verlicht zijn en je dan lastig om de (soms gigantische) gaten en hobbels heen kan sturen. Om het probleem nog wat erger te maken vallen na een flinke hobbel ook nog de twee middelste lampen op de bullbar uit, alsof het nog niet donker genoeg was! We kijken dus al een tijdje om ons heen, maar zien geen fastoenlijke plek om te overnachten.

Dan maar doorrijden en hopen dat de campingplaatsen die op onze Bulgarije kaart staan makkelijk te vinden zijn. Er is een natuurlijke grens tussen Roemenië en Bulgarije, een grote rivier waar ze een 3 euro tolbrug met tweebaansweg overheen hebben gemaakt. Ze willen ook ons digitale vignet checken (waarschijnlijk of deze niet is verlopen) dus we pakken onze handige reismap met papieren erbij en bewijzen dat we alles netjes hebben geregeld. Pas nu we dit stukje schrijven vragen we ons af waarom ze ons digitale vignet niet digitaal hadden kunnen checken… maar vooruit.

Grens BulgarijeWe zijn duidelijk niet de eerste die over deze brug gaan, wat een spoorvorming! Aan de andere kant van de brug komen we bij de douane en we moeten voor het eerst meer doen dan alleen met onze legitimatie zwaaien. De schuifdeur moet open en de achterbak. Dus Renee stapt uit om de beste man een tour te geven door onze camper, toch best wel een beetje spannend. Gelukkig hoeft niet alles open en eruit, want ze zien al snel dat hier echt niet ook nog een illegaal geimporteerde Roemeense vluchteling in past, en we rijden na een paar minuten Bulgarije in.

We konden de borden toch al niet lezen, dus je hoeft ook niet te snoeienWe wisselen net over de grens bij een exchangekantoortje onze laatste paar Roemeense lijken om voor Bulgaarse Lev en kopen ook hier weer een vignet. De eerste paar campings van de kaart kunnen we niet vinden op de aangegeven plek, dit wordt nog wat! Het helpt wellicht ook niet dat we het Bulgaarse woord voor camping niet weten. De 12 kantjes met Bulgaarse zinnen leren ons van alles over hotels, pensions, de weg vragen, etc, maar helaas niets over campings, kamperen of tenten. We voelen ons wel een beetje onthand zo zonder info, want de cyrillische woorden lijken totaal niet op die van ons, en minder dan de helft van de wegwijsborden heeft beide schriften erop staan.

Kaasbakker Uiteindelijk stoppen we bij een leeg pleintje naast de weg, met een paar verlaten huizen en een gesloten gemeentehuis met postkantoor of iets dergelijks. Het is inmiddels 21.00 uur en we hebben honger. Dus maakt Renee de gepaneerde kaasjes klaar die we hebben gekocht in Hongarije en tot nu toe in onze minivriezer in de koelkast lagen. We hebben nog wat brood over van vannochtend en zo is de maaltijd gefixt. We zijn erg blij met onze nieuwe Waeco mini camperkoelkast, welke we voor vetrek nog hebben gekocht. Hij is lekker zuinig en zo hebben we altijd wat achter de hand.

Om 1.15 uur schrikken we wakker van een harde knal en een auto die met slippende banden wegrijdt. Vooral Renee zit klaarwakker rechtop in bed (nou ja soort van, want je kan net niet rechtop zitten). Stefan krijgt na een paar blikken door het dakraampje de bevestiging dat er verder niets te zien is en slaapt binnen een minuut weer alsof er niets gebeurd is. Voor Renee duurt dit iets langer, maar ook haar lukt dit uiteindelijk, ze gelooft niet dat het vuurwerk was. De volgende morgen besluit Stefan dat het gewoon een ‘backfire’ van een uitlaat van die wegrijdende auto geweest moet zijn.

Om 07.00 uur staan we weer op en we besluiten om op zoek te gaan naar een extra deken, want we hadden het vannacht koud en het vriest nog niet eens (volgens onze meter 2 graden boven nul). We rijden verder met bestemming Veliko Tarnovo. We hebben in Brasov ter vervanging van de Lonely Planet een uitgebreid reisschema van een georganiseerde reis gekopieerd, zodat we in ieder geval een lijstje met een aantal leuke bezienswaardigheden in Bulgarije hebben en dan ook weten waar we naar kijken.

Dit was ooit een stadIn Veliko Tarnovo bezoeken we de ruïnes van de oude vesting Tsarevets, tussen de 12e en 14e eeuw de hoofdstad van het Tweede Bulgaarswe Tsarenrijk, gebouwd op twee heuvels met een dal ertussen. We zijn weer lekker vroeg en zelfs de souvenirwinkeltjes zijn nog niet open. Niet doen! NEE NIET We krijgen een Engels, typisch Amerikaans foldertje in onze handen gedrukt van het controlemannetje, waarop staat dat we vooral voorzichtig moeten zijn, je kan vallen als je niet oppast (joh) en niet over de muren moeten lopen of erop zitten. Oh en vallen kan pijn doen of de dood tot gevolg hebben.

Stapelhuizen of huistapelen?Vanaf deze plek heb je ook een mooi uitzicht over de rest van de stad en de bergen, waar ze de huizen letterlijk op elkaar hebben gebouwd. We lopen een tijdje rond, waarschijnlijk niet helemaal over de voorgeschreven paden (maarja, dan hadden ze maar pictogrammen moeten gebruiken) en genieten van het zonnetje dat zich steeds meer laat zien.De trap stond er, zonder bordje... Maar lijkt niet heel geschikt voor de minder jonge toeristen?

We zijn als we terugkomen bij de parkeerplaats blij dat de bus er nog staat. Bij het afsluiten kwamen we erachter dat de gratis parkeerplaats waarschijnlijk bij het hotel ertegenover hoort, maar we namen toch maar de gok, want het is lastig genoeg om een plekje te vinden voor onze bus. Wegslepen van onze bus bovendien een hels karwij en een boete geven aan een buitenlander lijken ze ook niet zo snel te doen. En mochten ze de moeite doen, zouden we die toch niet gaan betalen. Als we al kunnen ontcijferen wat er op het papiertje onder de ruitenwisser staat, natuurlijk.

KerkschuurDe volgende stop is Arbanassi, 3 km verderop, wat een mooi museumdorp met een onder de grond gebouwd kerkje zou moeten zijn. Wij zien dit niet echt en bovendien is het kerkje maar zo’n 30 cm in de grond gebouwd en lijkt het meer op een schuur (misschien hadden we de verkeerde kerk?). We gaan na een plaspauze met wifi dus maar weer verder. We weten nu in ieder geval het geschrift voor camping wat begint met een K en eindigt soort van op een omgedraaide N en dan HT, dat maakt zoeken iets makkelijker.

Jeetje wat heeft die leeuw een grote paal!Onderweg naar de volgende plaats moeten we een hoge bergpas over en bovenop staat een hoog monument. Wat het precies is en waarom ze deze hebben gebouwd, komen we hier niet achter, want alle bordjes zijn in het Bulgaars. We klauteren nog een stukje verder en verbazen ons over het aparte muziekje dat via grote boxen rond het monument schalt. Een soort van Efteling fatamorgana muziekje meets volkslied van Rusland (maar lijkt logischer als dit dan het lied van Bulgarije is). Achteraf hebben we gevonden dat dit monument in 1920 is gebouwd ter ere van de soldaten die hier hebben gevochten om de bergpas.Kennen jullie deze nog?

Verderop trekt een bordje langs de kant van de weg met de tekst Goliamata Kosmatka en een icoon van een soort van oud Griekse priester onze aandacht. Wat zou dat zijn? We besluiten de paar euro de betalen en ons te laten verrassen. We blijken gestopt te zijn bij de laatste, in 2004, ontdekte graftombes van de Thracische koning Seft III, stichter van de metropol Sevtopolis. Andere Thraciërs zijn bijvoorbeeld Orpheus en Spartacus. Tombe van binnenVanaf de buitenkant zie je gewoon een grote groene heuvel, maar binnenin vind je dus een gigantische tombe, waar ze hem in begraven hebben, samen met een geofferd paard en allerlei kostbare dingen, omdat ze net als bijvoorbeeld de Egyptenaren geloofden in het hiernamaals. We maken stiekem een paar foto’s (moest je eigenlijk extra voor betalen) en stappen na een oefening Hoe spreek je nou precies “Dank je wel” uit in in het Bulgaars (we hebben het niet onthouden) weer in de bus.Tombe van buiten, die deur is vrij nieuw.

We doen onderweg nog inkopen bij supermarkt Kaufland. Heerlijke verse broodjes, nieuwe kookdingen voor het avondeten en een warme deken, zodat we wat beter zijn voorbereid op de koude nachten. Daarna rijden we Plovdiv in, wat ons op de een of andere manier doet denken aan de kip van de Albert Heijn. Waarom? Geen idee 😉 We parkeren nogal brutaal op een parkeerplaats voor een trendy meubelzaak, maar beslissen even later dat we dit echt niet kunnen maken, zeker nadat we deden alsof we de naar buiten komende boze vrouw niet begrepen.Illegaal parkeren Ik geen Bulgaars spreken en je niet snappen… We lopen snel een blokje om, maar dit is toch niet het oude stadscenrtrum wat we verwachtten.

Dus rijden we nog een tijdje rond en stoppen even later aan de rand van de binnenstad, tussen een legerbasis en de rivier. Prima plekje en nog gratis ook! We hebben het idee dat we eindelijk het oude centrum van deze grote stad (tweede van Bulgarije) hebben gevonden en lopen een rondje. Voor nog geen € 12.50 hebben we bij restaurant Arena allebei een voor- en hoofdgerecht en 4 drankjes. Bizar weinig geld en nog prima eten ook!

Inmiddels is het donker en alle bezienswaardigheden zijn natuurlijk al gesloten. We proberen of we toch nog een blik kunnen werpen op het Romeinse amfitheater hier, de belangrijkste bezienswaardigheid van de stad. Eerst vanaf wat de hoofdingang lijkt te zijn, maar daar zit het hek potdicht en kan je weinig zien. Daarna komen we via een omweg, door de autotunnel, achter een kerk langs en via een inmiddels gesloten terrasje, aan de achterkant. Theaterzaal bij nachtVanaf hier hebben we een prachtig uitzicht van bovenaan de tribune naar het podium met de stad op de achtergrond. Mooi om te zien met deze belichting en waarom zouden we hier pp 5 euro voor betalen als je vanaf het terras zo’n mooi uitzicht hebt?! Vooral de ‘halve renovatie’ is uitzonderlijk goed gelukt. Het theather is zeker weer bruikbaar, maar een deel van de achterwand van het podium is nog min of meer een ruïne, waardoor je echt de historie proeft.

We lopen terug naar de geparkeerde auto en besluiten na een korte inspectie van de omgeving in het donker, dat dit ook een prima plek is om vannacht te slapen. We besluiten wel weer de gordijntjes dan open te laten en ons buitenlanders vignet met een lokaal foldertje van de auto naast ons te bedekken, zodat we wat minder opvallen en het niet overduidelijk is dat we in de camper liggen te slapen. We duiken ons bedje in en Renee kijkt nog even een aflevering van een serie op de laptop, terwijl Stefan in het Overlanders handboek leest.

Prima parkeerplek, centraler kan niet, goedkoper wel, maar dit is toch spotgoedkoop.De volgende ochtend begint Stefan de dag met een hardlooprondje, terwijl Renee met haar pijnlijke heup heerlijk nog een uurtje blijft liggen. We besluiten dat we gisteravond genoeg hebben gezien van Plovdiv en nu meteen door te rijden naar Sofia, waar we zo’n 1,5 uur later aankomen. We vinden een mooie parkeerplaats, recht tegenover de beroemde kerk met de gouden koepels en betalen een mannetje 4 Lev (2 euro) voor 2 uur parkeren. Voldoende tijd om de belangrijkste sights te zien en zo niet, dan betalen we later wel bij, de parkeerplaats zit weer halverwege de wandelroute die Renee thuis al had gevonden voor Sofia.

De beroemde kerk van binnenWe lopen een rondje langs alle mooie gebouwen, gaan de beroemde kerk nog in (best indrukwekkend inderdaad!) en besluiten voor de lunch, omwille van de parkeertijd, eens iets snels en vertrouwds te kiezen: een heerlijke Big Mac. We hebben het nu wel weer even gehad met grote steden en willen graag via een aantal kleine plaatsjes naar het zuiden en dan Griekenland in. Iets van Nevski ofzo heet deze kerkDus rijden we naar Rila, waar we het grootste en bekendste klooster van Bulgarije gaan bekijken. Het klooster is open tot 21.00 uur, maar als we rond 17.00 uur daar aankomen, besluiten we om hier morgenochtend naar binnen te gaan en nu bij daglicht nog te proberen de camping verderop op de berg te vinden.

We hebben tot nu toe niet zoveel geluk met het vinden van de campings, dus we zijn benieuwd. Na 2 km zien we inderdaad een bordje, jeuh! Stalen pijp als hekDe camping lijkt echter dicht te zijn, want er hangt een stalen pijp over de weg en er is niemand te bekennen. Voor de zekerheid loopt Stefan toch maar een rondje en er blijkt toch een mannetje in één van de huisjes te zitten (bijzonder dat hij ons niet heeft gehoord). Hij wil ons eerst naar de bungalows verderop sturen, maar wijzend op de camper lijkt hij te begrijpen dat we graag willen camperen. Hij spreekt geen woord Engels of Duits, wij natuurlijk geen Bulgaars en het lijkt ook nog eens totaal niet op elkaar.

Na een korte rondleiding van Mr Ivan (met een W), die vooral de vragen lijkt te willen stellen en met bewijs dat de douche echt warm is (ohhhh!). Lukt het ons toch om hem te vragen wat de camping eigenlijk kost: met een geld gebaar en een vraagteken. We besluiten dat we inderdaad gaan blijven slapen (douchen vooral!) voor de opgeschreven 25 Lev.

Een mooi plekje zo tussen de bergen, bij een duidelijk hoorbaar snel stromend riviertje. Renee doet de afwas van de afgelopen dagen onder de douche, want dat is de enige plek met warm water en maakt daarna weer een lekkere pastasalade. Ondertussen maakt Stefan de luifel schoon, die al sinds onze overnachting op de Poolse camping vol met herfstbladeren zit, lost hij het massaprobleem met de lampen op de bullbar op en maakt hij een schakelaar voor de buitenlamp van de schuifdeur, zodat we die niet meer met de stekker hoeven schakelen. De rest van de avond gebruiken we om even lekker te lezen en serie te kijken en voor we het weten is het alweer vrij laat: tijd om te gaan slapen.

Op pelgrimstocht door Roemenië langs kerken en burchten

Wel grappig om te merken hoe snel je vergeet welke dag het is in de week en dat dit ook helemaal niet erg is als je een reis maakt zoals wij nu doen. De meeste bezienswaardigheden zijn alle dagen in de week geopend, behalve misschien musea, maar die slaan wij toch meestal over. Dus we zijn lekker flexibel en kunnen gewoon bedenken waar we op dat moment zin in hebben.

Dit is soms ook wel weer een luxeprobleem, want vandaag twijfelen we of we met de motor een tochtje maken en dan weer terug komen op de camping of dat we met onze bus gaan en uitchecken. We kiezen voor de motor, maar willen eerst even rustig ontbijten, onze blog updaten en de exacte route bepalen. Net als we daarmee bezig zijn, komt Anselm ons begroeten en overleggen we onze plannen met hem. Als we vertellen dat we onze Lonely Planet gisteren zijn vergeten, biedt hij aan om voor ons even te bellen met zijn vrienden van de boekhandel om te vragen of zij er één op voorraad hebben van Roemenië en Bulgarije. Bij terugkomst is het antwoord nee, de andere boekhandel in het dorp heeft alleen die van Noorwegen (willen we die dan, heel handig voor op onze route, uhum) en heeft hij met het pension gebeld om te checken of hij daar ligt (yep) en of het zinvol is om dan een koerier te regelen die er 1,5-2 dagen over gaat doen. Super aardig van hem en we overleggen even.

FF wachten voordat we weg kunnenWe beslissen uiteindelijk om onze plannen aan te passen en toch met de bus de route te gaan rijden, want het wordt wel erg slecht weer. Motorpak uit, normale kleding aan en de bus weer rijklaar maken. Omdat Anselm naar de stad moest voor werk, konden we niet uitgebreid afscheid nemen en hem bedanken. We vinden het wel leuk om hem iets mee te geven en Stefan komt met het goede idee om hem één van de origineel Japanse curries te geven die Joost en Sanae ons eerder weer cadeau hebben hebben gedaan (sorry Joost, maar hij komt heel goed terecht!). Een paar ingrediënten-tips erbij en hem succes gewenst met experimenteren, iets wat hij graag doet met eten. Tasje erom en aan zijn voordeur gehangen.

De eerste stop is wederom Sibiu. Dit ligt toch op de route en dan kunnen we gelijk checken of de boekhandel die we op internet hebben gevonden de Lonely Planet verkoopt. Terwijl Stefan de olie nog even checkt en wat rommelt in de bus, loopt Renee de boekhandel binnen. Helaas, zonder succes. Dan maar even lunch kopen voor onderweg: twee Gogosi’s it is. Dit zijn een soort calzonepizza’s om te zien, maar dan van oliebolachtig deeg, met een vulling naar keuze. De ene met chocolade/vanille en de ander met Branza dulche, een soort zoetige kaas met rozijnen. Smullen maar!

DaiaOp advies van Anselm stoppen we vervolgens een paar kilometer verder in Daia, op zoek naar de eerste burchtkerk. Er zijn in dit dorpje met 1500 inwonerseen hoop kerken, maar geen die een muur eromheen heeft. Uiteindelijk komen we erachter dat we een bordje met Biserica fortificata hebben gemist en staan we even later voor de poort van de ommuurde kerk. We trekken snel onze regenjassen aan, want het giet inmiddels! We hebben geen zin om op zoek te gaan naar de dorpsinwoner met de sleutel, dus bekijken we deze alleen aan de buitenkant.

Bij de voordeur van Mr ElektraStop drie is de burchtkerk in Hosman. Nog voordat we helemaal zijn uitgestapt, wordt Stefan door een oud mannetje aan zijn mouw meegetrokken het dichtsbijzijnde huisje in. Renee loopt ook maar mee en we vragen ons af wat hij wil. Zijn vrouw (?) is inmiddels ook naar buiten gekomen en ze wijzen ons op hun kwh-meter en vervolgens een hele stroom aan Roemeense woorden. Hij zet een krukje neer, duwt een papiertje en een pen in Stefan’s handen, dus schrijft Stefan de 000060 op die hij ziet staan. Huh, kan hij het niet lezen misschien? Hij gebaard en zegt nog een aantal dingen, maakt een telefoongebaar en zegt Agnita (een grote plaats wat verder weg) en ….? Uiteindelijk is onze interpretatie dat hij wil dat wij de stand doorbellen (juist, wij spreken geen Roemeens?) en gaan even later dus maar weer weg na een aantal sorry’s. Wel grappig om mee te maken en dus ook de binnenkant van een huisje te hebben gezien.

We lopen naar de kerk, want daar zijn we immers voor gekomen. Ook hier bekijken we alleen de buitenkant, want de poort is dicht en het huis waar we denken de man met de sleutel te kunnen halen ook.

Dineren in stijlDaarna stoppen we nog in Barghis (de kerk hebben we niet kunnen vinden) en rijden we via Richis naar Biertan. Het is inmiddels echter 17.00 uur en deze burchtkerk, die in tegenstelling tot de andere kerken in de omgeving heel erg uitgebuit wordt voor toeristen, is net gesloten. Bovendien hangt er op de deur dat ze bezig zijn met renovaties en dat er dus grote delen niet toegankelijk zijn. We kiezen er uiteindelijk voor om wat te eten bij het restaurant naast de burcht, met een inrichting geheel in thema en deze burchtkerk dan maar over te slaan.

Biertan by nightHet is nu bijna donker en we gaan op zoek naar een slaapplek. De serveerster geeft ons de tip om verderop te kijken, naast de school omdat je daar in de zomer kon kamperen. Dit is nu meer een bouwput en dus rijden we terug naar Richis. Hier hebben we eerder een campingbordje gezien. De “camping” is een soort binnenplaats, waarvoor we eerst onder een poort door moeten, het is twijfelachtig of dat gaat passen met onze verhoogde bus en bovendien is het flink drassig en lopen we dus de kans dat we niet meer wegkomen. Uiteindelijk kiezen we voor een relatief rustig zijstraatje in Biertan waar meer auto’s geparkeerd staan. We raken inmiddels steeds meer gewend aan het “gaan slapen terwijl je midden in de nacht misschien wakker gebonst wordt-gevoel”.

De volgende ochtend gaat om 06.30 uur de wekker, want we willen vandaag veel zien. Stefan koopt heerlijk vers brood op het pleintje in Biertan en terwijl het licht wordt gaan we op weg naar Copsa Mare. We voelen ons wel een beetje bezwaard als we even later met onze luid brullende bus, op zaterdagochtend vóór 07.00 uur, het dorp binnen komen hobbelen. We vinden gelukkig snel het bekende bordje en lopen even later naar de poort van de burchtkerk. Helaas ook gesloten, ook wel logisch zo vroeg, dus lopen we eromheen. Terwijl Stefan een blik wil werpen in een soort van put, maakt hij het hele dorp wakker (inclusief zwerfhonden) want de blikken overkapping breekt los van het hout en dondert in elkaar, OEPS! Wasal! We lopen nog een kort rondje en gaan er daarna weer snel vandoor.

Geboortehuis van Vlad aka DraculaMooie kerk in SighisoaraDe tweede stop voor vandaag is Sighisoara. We parkeren de bus onderaan de oude stad en lopen daarna een rondje door de geboortestad van Vlad Tepes (aka Dracula). Er is hier een hoop moois te zien. Van oude stadsmuren, tot bijzondere kerken, smalle straatjes, het geboortehuis van Vlad, gekleurde huisjes, etc. Zeker een aanrader en helemaal zo vroeg in de ochtend want het is nu nog niet zo druk. Na een paar relaxte uurtjes stappen we weer in de bus, richting Viscri.

Onderweg stuiten we perongeluk op nog een burchtkerk bordje maar dan in Bunesti en deze heeft een poort die open staat. Dus stappen we uit en lopen naar binnen. Er zijn wat mannetjes druk bezig met het harken van alle herfstbladeren en een klein groepje Roemeense toeristen krijgt in het kerkje uitleg van iemand, waarschijnlijk de priester, over de historie. We luisteren even mee en lopen daarna een rondje. Mooi! Maar nu gaan we dan écht naar Viscri. Volgens de verhalen is dit dorpje lastig te bereiken, maar zeker een bezoek waard. Er zitten inderdaad flink wat gaten en hobbels in de smalle weg, maar niets waar onze bus niet tegen kan.Heuvels bij Viscri

Onderweg genieten we van het uitzicht over de glooiende groene heuvels, bomen met bladeren in herfstkleuren, kuddes met schapen en ezels en uiteindelijk ook de mensen en huisjes in het dorp. We hebben weer veel bekijks als we met onze bus het dorp in komen rijden. Voor de ingang van de kerk staan deze keer een hoop mensen, wat later een groep Roemeense studenten en een reisgezelschap Nederlanders blijken te zijn.

Zij hebben ons kenteken natuurlijk gezien en zijn benieuwd wat we helemaal hier doen. We vertellen ons verhaal en kletsen over hun plannen. Ze zijn met een Viscrigezelschap van de Nazarenenkerk, waarvan je in Nederland een aantal kerken hebt en nog een hoop erbuiten. Ze zijn in Roemenië om te helpen met restoratiewerkzaamheden aan een kerk en betrekken de jeugd uit omliggende dorpen hierbij. Daarnaast bekijken ze op alle andere dagen natuurlijk ook een aantal bezienswaardigheden zoals Viscri vandaag.

Gids RobertaWe worden even later uitgenodigd om bij hun gids aan te sluiten en dus mee te luisteren naar het verhaal over deze burchtkerk. Wel leuk om hier iets meer over te weten, dus we zeggen ja en krijgen zo ook nog eens gratis toegang. Hun gids heet Roberta, is een Amerikaanse dame die al 14 jaar in Roemenië woont en bovendien oud professor is van de NASA. Het verhaal van Roberta wordt nog aangevuld door één van de jongere mannen uit het gezelschap dmv een quote uit de bijbel: Een vaste burcht is onze God

Het kerkje is echt goed bewaard gebleven en niet op een o-zo-typisch-toeristische-manier opgeknapt. Bovendien kan je ook de toren in, via een smalle stenen trap, met her en der een wel erg gammele plank op de tussenveriepingen. Het bordje “eigen risicio” staat hier voor de verandering zeer terecht! Eenmaal boven gekomen worden we getrakteerd op een prachtig uitzicht over het dorp met de heuvels en kan je de burcht goed van bovenaf bekijken. Het wordt zo een stuk makkelijker om je voor te stellen dat de gehele Saxische bevolking van het dorp in deze ommuurde kerk kon schuilen terwijl het dorp geplunderd werd door de Turken of Tataren.

RupeaOnderweg naar de volgende grotere plaats Brasov, zien we een groot kasteel op de heuvel staan bij Rupea. We beslissen dat deze ook een bezoekje waard is, dus rijden we omhoog en betalen we ieder 10 lijken (eigenlijk zijn dit LEI, maar dit klinkt wel leuk), zo’n 2,5 euro om naar binnen te mogen. We krijgen een kaartje mee en gaan van plek naar plek in deze laatst overgebleven uitvalsbasis van de Saksen in de tijd van de gevechten tegen Koning Charles Robert van Hongarije. Het is een groot complex waar ze wel erg veel aan hebben gerestaureerd in een iets te moderne stijl, beetje zonde. In Disneyland had het ook niet misstaan met de gloednieuwe glimmende dakpannen en smetteloos voeg- en schilderwerk.

RegenTerwijl we weer verder rijden richting Brasov, begint het opnieuw te regenen. Renee stapt snel uit voor nog een laatste poging winkelpoging naar een Lonely Planet, terwijl Stefan een parkeerplaats zoekt. Inmiddels stort het water aangesloten uit de lucht naar beneden, dus we zijn blij met onze Goretex jassen. We lopen een beetje rond over het plein, waar ook allerlei etenstentjes staan en dan begint het, wat we niet voor mogelijk hieden, nóg harder te regenen.

We schuilen onder één van de luifeltjes en er stroomt inmiddels een rivier aan water over het plein, fijn, de rest van de dag natte sokken dus. We shoppen hier pesto (was in de supermarkt wel erg duur) en, wat een paar dagen later blijkt, een wafel met een soort negerzoenschuim en rozijnen (mierzoet, maar erg lekker). De stad bezoeken is met dit weer niets aan, dus duiken we Pub Biblioteque in waar we even een drankje drinken. Hier scoren we ook een stadskaartje van Brasov en even later belanden we met natte voeten en broek in een Roemeens restaurant. Stefan bestelt eerst een soort Roemeense pannenkoek met vlees, maar deze blijkt “op” te zijn. Dus hij laat zich adviseren om de Brasov specialiteit te bestellen: kip, beef, pork, potatoes en spicy sauce. Best lekker! Renee gaat voor de Cabbage rolls with meat, vegetables and polenta. Best ok, maar niet haar favoriet.

Gelukkig is het na het eten weer min of meer droog en lopen we alsnog een stukje door de stad en daarna terug naar de bus om een slaapplaats te zoeken. We Onze slaapplaatskunnen vanavond en morgen gratis parkeren bij het park in de stad, dus theoretisch zou hij hier kunnen staan. De plekjes zijn allemaal echter zo kort dat de bus dan flink uitsteekt en bovendien is het wel erg druk qua verkeer. Dus rijden we terug naar een plek die Stefan op de heenweg heeft gemarkeerd.

In het donker ziet dit er alleen opeens niet meer zo aantrekkelijk uit, dus vragen we verderop bij de bewaakte parkeerplaats met douche en restaurant voor vrachtwagens, of wij daar ook een nachtje mogen staan. Geen probleem, voor nog geen 2,5 euro krijgen we een plekje toegewezen. Niet helemaal volgens de regels, dus een bonnetje krijgen we niet, maar wat maakt ons het uit. We staan in ieder geval op een veilig plekje met een wc in de buurt.

Na een prima nachtje, klimmen we uit ons bed voor een opfrisbeurt. Terwijl Renee in de gezamenlijke “badkamer” staat om haar tanden te poetsen, komt er een nietsvermoedende Roemeense vrachtwagenchauffeur binnen lopen. Lachen! Die verbaasde blik, daarna nog eens goed kijken, naar buiten lopen om op de deur te kijken (er staat niets over mannen/vrouwen), daarna iets vragen in het Roemeens, mijn lachende en vragende blik en hij vertrekt weer. Ik geloof dat hij niet gewend is om vrouwen te zien op een trucker parkeerplaats. 2 minuten later komt hij toch weer terug en besluit hij om gebruik te maken van één van de hokjes ipv de pisbakken (thanks!)

BrasovWe rijden de stad weer in en parkeren bij het park met één wiel op het fietspad, zodat de achterkant niet op de straat steekt. Zo te zien gaat er snel een hardloopwedstrijd starten. Stefan pakt de kaart erbij en we lopen de noordelijk en zuidelijke wandelroute door de stad. Het is nog erg vroeg, mistig en fris en we lijken de enige toeristen te zijn op deze vroege zondagochtend. Brasov is een prima stadje, maar we gaan inmiddels toch vergelijken en dan vinden we oa Sighisoara mooier. Na de wandeling shoppen we bij de van gisteren bekende standjes op het plein twee typische Romeense baksels. Een soort quiche van bladerdeeg, ei en zoete/zoute kaas. Deze gaan in onze tas voor de lunch.

Om 11.00 uur, na ongeveer 30 km rijden, komen we aan in Bran. Zoveel toeristen hebben we tijdens onze hele trip Cheesenog niet gezien! En de hoeveelheid souvenirkraampjes en eettentjes bij elkaar ook nog niet. We zijn bijna geneigd om het wuivende mannetje te volgen en te parkeren tegenover de ingang, bij een paarkeerplaats met een officieel P-bord voor zo’n € 0,90 per uur, maar vinden uiteindelijk na een rondje rijden, zo’n 150 meter verder een gratis plekje. De oprit is echter flink diep ingesleten en daardoor lazerd de hele inhoud van één van de bovenkastjes eruit, waardoor het ons uiteindelijk toch ook een spiegel, deksel van chocopasta-pot en tijd voor het opruimen kost. Flink gat! En goede les om die spullen beter/ergens anders op te bergen.

InrichtingWe betalen zo’n € 6,00 pp om Castle Bran in te mogen, wat ook wel bekend staat als Dracula’s Castle en 60 meter boven de bergpas uitsteekt. De Saksen hebben dit kasteel in 1382 gebouwd om de pas te verdedigen tegen de Turken. Ze zeggen dat Vlad Tepes (aka Dracula) “waarschijnlijk” (juist) een aantal dagen hier is geweest toen hij op de vlucht was voor de Turken. We verplaatsen ons via de IKEA-style aangegeven route van kamer naar kamer en doen ondertussen wat ideeën op voor de verbouwing van ons huis. Ze hebben dit kasteel flink opgeknapt en ondanks dat het erg commercieel en toeristisch is, zijn alle kleine hoekjes en nisjes wel erg leuk. De reden dat dit kasteel zo populair is, is de associatie met Dracula, Vlad Tepes en de schrijver van het boek Dracula, Bram Stoker.

Hij past niet eens op de foto!Het wegrijden van de parkeerplaats gaat gelukkig zonder schade en daarna stomen we door naar Boekarest. We hoeven deze stad verder niet uitgebreid te bekijken, maar willen wel graag het grootste gebouw ter wereld zien: Het parlamentsgebouw. Daardoor ook wel een beetje lastig om op de foto te zetten. We twijfelen nog even wat te doen vanavond. We zijn nu dicht bij de grens met Bulgarije en we hebben alles wat we wilden zien in Roemenië nu ook gezien. We besluiten: ondanks dat het al donker aan het worden is, gaan we vanavond nog de grens(brug) over met land nummer 8: Bulgarije!

Top Gear: The best road in the world

We slapen deze morgen lekker lang uit en tijdens het ontbijt beginnen we aan de planning voor de motortour die we willen ondernemen o.a. langs de burchtkerken in de omgeving. De planning is globaal om naar het noordoosten te rijden via allemaal kleine dorpjes en bij elk van die dorpjes even bij de burchtkerk te stoppen in de hoop dat we er eentje treffen die open is, zodat we de binnenkant kunnen zien. Daarna overnachten in Brasov, dat hier zeker op zo’n toeristische manier, een dag rijden vandaan ligt en dan de volgende dag eerst Brasov bekijken, dan Castle Bran, dat bekend staat als “Dracula’s castle” en dan via de zuidroute en de Transfagarasan route (BBC Top Gears voted most beautiful route in the world) weer terug naar de camper. En de twee dagen daarna zou het rondje aan de westkant aan de beurt zijn met nog een paar mooie bergpassen, gewoon leuke motorweggetjes en dan zien we wel wat er nog meer op de route ligt.

Als Anselm weer buiten komt met de hond besluit Stefan om zijn geplande route voor de komende vier dagen even door de expert te laten checken en die komt meteen met allerlei alternatieven en nogmaals iets nadrukkelijker met de uitnodiging om samen een motorritje te ondernemen. Vanmiddag, als de oppas voor de hond er is, kan hij weg en hij kan zelfs wel even bellen of zij misschien iets eerder kan komen, dan hoeven wij er niet bijzonder lang op te wachten. We spreken af dat we het begin samen oprijden en dat als hij terug moet naar huis, wij verder rijden op één van de twee geplande routes.

Met AnselmAnselm woont hier al 7 jaar, hij kijkt een keer links en een keer rechts naar de wolken en besluit dat het verstandig is om naar het Oosten te rijden. Hij rijdt rustig zegt hij, Stefan hoeft zich geen zorgen te maken. En vervolgens trekt hij het gas van zijn KTM lekker sportief open, het kost serieus moeite om hem bij te houden, met passagier en op offroad banden. We rijden richting de Trans-Fagarasan bergpas en het is werkelijk genieten! Zowel van de bochten als van het uitzicht, wat is het hier mooi!

Met de weg op de foto, gek eigenlijkHet duurt dan ook gevoelsmatig niet lang voordat we een stop hebben op een mooi uitzichtpunt voor de immer populaire motorfoto met de slingerweg op de achtergrond en een paar bochten later staan we op de top van de bergpas bij het meertje, dat nog nooit warmer dan 10 graden celcius is geweest, in zijn eigen kommetje, volledig uit de wind, ligt het er vlak als een spiegel bij. We rijden samen nog door de 800 meter lange tunnel die onder het laatste stukje berg door gaat en een stuk naar beneden aan de andere kant, tot het asfalt duidelijk slechter wordt en Anselm stopt om te melden dat hij terug moet voor zijn hond. Wij gaan verder op avontuur, we weten alleen nog niet waarheen, want we waren eigenlijk van plan om deze weg de andere kant op te doen op de terugweg.

Even op de kaart kijkenAan de andere kant van de bergpas is de weg een stuk slechter en ondanks de perfecte kromme bochten, wordt hij na een tijdje best saai, omdat het er 50km lang hetzelfde uitziet, een groot meer aan de rechterkant, berg aan de linkerkant en overal waar je kijkt dennebomen. Het matige weer draagt hier vast ook wat aan bij. We stoppen bij een uitzichtpuntje aan het meer om een crackertje te eten en een plan te maken hoe we vanaf hier verder gaan. Ondanks de mega slechte weersvoorspelling voor morgen gokken we het erop dat het in de bergen toch anders is en rijden we naar het zuidwesten om morgenochtend de trans-Alpina te kunnen rijden, die een paar jaar geleden is aangelegd en de titel “de hoogste geasfalteerde weg van Roemenië” heeft afgepakt van de Trans-Fagarasan.

Ganzen in mini dorpenWaar bij de Trans-Fagarasan het noordelijkste stuk het mooiste is, zou bij de Trans-Alpina juist het zuidelijke stuk het mooiste moeten zijn, dus naast dat we nog een kleine 200km naar het westen moeten, moeten we ook nog flink naar het zuiden afzakken. En bij gebrek aan mogelijkheden in de bergen, kan dat helaas niet diagonaal. Maar we zien onderweg de mooiste authentieke Roemeense dorpjes, waar we echt door iedereen worden aangestaart alsof we aliens zijn. MeuuuuuhhhhhhWat doen die gringo’s hier!? Om 16.00 uur stoppen we met nog 114km te gaan tot het begin van de Trans-Alpina nog even bij een bakkertje-met-terras en leren we dat “Branza” een soort van zoete fetakaas is, die perfect samengaat met bladerdeegflappen.

Als het al bijna donker is (ja, ja, om 18.00u zet de schemering in helaas) stoppen we bij Pensiunea Ela in Novaci en bedingen we met handen en voeten een kamer van 80 RON (18,18 euro) voor slechts 70 RON (15,90 euro). Dat voelt goed! Helemaal als we daarna ontdekken dat ze ons helemaal niet af probeerde te zetten, ze heeft boven in de gezamenlijke keuken gewoon een oeroud briefje hangen waarop staat dat een kamer 80 RON moet kosten. Nouja, hij slaapt extra lekker dan houden we onszelf dan maar voor. Pension ElaEla raadt ons nog aan om te gaan eten bij La Gabriela o.i.d. wat 4 vingers lopen is. Na zo’n 600 meter lopen vragen we het nogmaals in een winkeltje en het meisje achter de balie maakt een gebaar van verder die kant, en dan naar links, maar heel veel wijzer worden we daar niet van.

Pizza GabrielNa lang zoeken in het donker en alle restaurantjes en cafétjes in dit kleine dorpje van binnen te hebben bekeken, vinden we uiteindelijk een pizzeria die er het minst slecht uit ziet en die blijkt een Pizza Gabriel op de kaart te hebben staan. 🙂 Deze tweepersoons pizza klinkt ook erg goed, dus die bestellen we, want wat kan je nou verkeerd doen aan een pizza. En hij was ook erg lekker. Wel wat apart dat er geen tomatensaus op zat, maar dat we een fles curry en een fles ketchup bijgeleverd kregen. Tijdens de wandeling terug naar het hostel zijn we blij dat we niets anders dan onze motorkleding bij ons hebben, want inmiddels regent het weer een beetje, laten we hopen dat het vannacht allemaal valt en dat het morgen dan droog is.

In het hostel genieten we van de warme douche en kijken we de film “We’re the Millers” (cheesy aanrader) op de telefoon van Stefan voordat we gaan slapen.

Als we de volgende ochtend wakker worden doet de wifi van het hostel het gelukkig wel. En dat is maar goed ook, want als we uit het raam kijken zien we letterlijk niets anders als grijze mist en regendruppels op het raam, we besluiten dus nog even iets langer in bed te blijven liggen. Renee doet wat research op het web en Stefan pakt de Lonely Planet erbij.

Als het bijna twee uur later nog geen spat beter is buiten qua weer besluiten we toch maar in de regen op te stappen, we pakken iets te vlot onze spullen in en betalen een willekeurige bewoner van het huis de afgesproken 70Lei en springen op de motor. Na een korte tussenstop bij een bakkertje in het centrum voor een vers stuk brood en wat te drinken, kan de fun beginnen.

Trans AlpinaDe bergpas begint meteen buiten dit dorp en al gauw rijden we de mist uit (boven 900 meter), heel even is het werkelijk genieten van zowel het rijden als het uitzicht. Maar helaas zitten we een paar kilometer later op 2000 meter (en hoger) weer midden in een flinke wolk en regenbui. De prachtige omgeving waar deze weg doorheen zou moeten lopen zien we niet. Sterker nog, Stefan heeft op sommige momenten genoeg problemen om de rand van het asfalt te onderscheiden van de afgrond.

Mist!Op een zeker punt moeten we kiezen: we kunnen naar het Noorden blijven rijden, nog een uur of twee, om daarna met een verbindingsweg van nog ruim een uur terug naar de camping te gaan. Of we kunnen naar het Oosten gaan, over een wat slechtere weg en daarna de gok nemen dat een kleine bergweg welke niet in de GPS staat, maar als “other road” wel op onze wegenkaart staat ons vrijwel direct naar de camping brengt.

We kiezen voor het tweede en het slechte asfalt, waarvan Anselm op de camping al gezegd had dat hij daar zeker niet zou gaan rijden, valt nog best mee voor onze offroad-geschikt-gemaakt KTM. Af en toe moeten we even wat gas bij geven om de speelse (hopen we) straathonden te ontwijken die in onze banden en enkels proberen te happen, maar onze grootste ergernis is toch wel de onophoudelijk stromende regen. Dat is toch echt wel minder leuk, naast gewoon koud en irritant, zorgt het vooral voor gebrek aan uitzicht en daarvoor zijn we hier uiteindelijk.

Betonblok schuilplaatsWe stoppen rond 13.00u langs de kant van de weg en schuilen in een soort van tunnelelement van beton dat hier gewoon maar staat te staan. We delen ons brood en ritsen de wintervoering terug in onze motorkleding, want het is hier echt vies koud aan het worden. Een kleine 40km verderop moeten we in een dorp flink zoeken naar het juiste achterstraatje dat het begin van onze “other road” afsnijroute zou moeten worden. Weg WegdekWe voelen al wat nattigheid als we letterlijk door iedereen die we langs het begin van deze weg tegenkomen nog aangekeken en nagestaart worden, maar het besluit is genomen, we gaan proberen midden door het bos naar de andere kant van de berg te komen. Van asfalt is in ieder geval vrijwel direct al geen sprake meer.

Beekje rijdenHet weggetje wordt smaller en slechter en slechter en slechter. Na slecht asfalt kwam grind, toen zand, toen blubber met grind, en daarna gewoon kiezelstenen zo groot als voetballen. Toen het water na een tijdje over de ‘weg’ naar beneden kwam stromen kreeg Stefan een echt ‘Vogezen-gevoel’ waar hij met een offroad weekend al eens samen met Ernst en Roland een beekje helemaal tot de bron omhoog gereden is, tot een boze stroper ze terugstuurde.

StuwdamNa een kilometer of 10 meldt de GPS “Van route, Herberekenen?” hier houdt de weg op volgens de digitale kaart. En na de volgende bocht lijkt het erop dat Garmin de discussie gaat winnen van de vrij recente papieren kaart: Er staat een 30 meter hoge stuwdam midden op de weg!

Vogels spotten, niks voor ons.We zoeken nog een tijdje naar alternatieven en vinden zelfs een weggetje van een kilometer of 4 lang dat uiteindelijk doodloopt op een vogelspottershuisje midden in het bos. Dit wordt niks, helaas. We zijn hemelsbreed zo’n 20 km van onze camper verwijderd, maar kunnen er vanaf hier met geen mogelijkheid, met motorfiets, komen.

Op de terugweg zwaaien we vriendelijk naar iedereen die ons waarschijnlijk voor gek verklaard heeft op de heenweg: Stefan heeft zich in ieder geval kostelijk vermaakt tijdens deze offroad test voor zijn straatmotor. In het volgende dorp tanken we de motor af en met nog 115km verbindingsweg door het dal te gaan draait Stefan de gaskraan flink open op de mooie glooiende brede asfaltweg door het dal, die we eigenlijk morgen met de bus de andere kant op zouden rijden. We zijn nat, koud en we willen allebei zo snel mogelijk onder een warme douche!

Renee begint met de Appelsoep. De wat? Precies ja.We rijden bij de camping nog een rondje door het dorp, op zoek naar een leuk restaurantje, maar dit dorp is echt heel klein. Iets buiten het dorp woont een Nederlander, waar we via Anselm al kennis mee gemaakt hadden gisteren en hij staat toevallig in zijn voortuin als we langs rijden. We vragen hem een tip voor wat te eten op loopafstand en hij suggereerd het Apfelhaus, een Duits hotel een stukje verder op de heuvel, waar we later die avond inderdaad een zeer lekker, maar niet goedkoop avondmaal nuttigen.

Terug bij de camper trekt Stefan de motorkoffer nog even leeg op zoek naar onze reisgids, maar helaas! Die ligt waarschijnlijk een hele natte, koude, maar avontuurlijke dag hiervandaan in een hostel van een vrouw die geen woord Engels spreekt onder de dekens van het bed, samen met onze notities de komende paar dagen. We checken het nog even, maar ze heeft ook echt alleen een telefoonnummer op internet staan. En het is zo’n 40 euro benzine + een dag rijden om hem op te halen, een nieuwe kopen is makkelijker en goedkoper, besluiten we.

Ananas en multumesc Anselm

De slotgrachtRenee had het gisteravond al gezegd, die Citadel van Alba Iulia is ideaal voor een rondje hardlopen. Dat is dan ook wat we samen besloten hebben te doen deze morgen. We zijn vroeg wakker en verplaatsen de bus van onze illegale parkeerplaats voor het hotel terug naar het plekje waar hij gisteren de hele middag gestaan heeft voor de ingang van de citadel. Daarna trekken we allebei ons hardloop-tenu aan om een rondje om de kerk te hobbelen.

Rare snuiters in de stadDe oude slotgracht van de citadel is helemaal drooggelegd en voorzien van prachtige wandel- en fietspaden. Op wat gesloten hekken na (sommige openen om 0700u, andere pas om 0900u) kan je dus helemaal rondom het oude stadje (hard)lopen. Wat een leuke GPS-tracklog tot gevolg heeft (Renee / Stefan). Omdat Stefan verder loopt dan Renee was zij eerder terug bij de bus en al klaar met opfrissen. Houten kerkWat betekende dat zij tijd had om bij de houten kerk van Alba-Iulia te gaan kijken, die Stefan al gezien had in zijn hardlooprondje, terwijl Stefan even uit zat te zweten bij de bus. Daarna hebben we samen nog een tijdje door het midden van de Citadel naar de andere kant gelopen en wat foto’s gemaakt, maar eigenlijk hebben we wel het gevoel dat we het gezien hebben op deze manier en we vertrekken rond 11.00u naar onze volgende bestemming Sibiu.

In Sibiu doen we eerst een poging om naar een camping te rijden die hier met borden staat aangegeven, maar door een recent gewijzigde weg (naar eenrichtingverkeer de andere kant op) kloppen de borden niet meer en Stefan besluit dat het dan maar eerst tijd is voor lunch en draait de bus de parkeerplaats van de Lidl op. Terwijl Renee binnen wat croissantjes en Duitse broodjes koopt, kijkt Stefan even snel op de kaart en de GPS waar we zouden kunnen parkeren om het centrum van Sibiu te bekijken. En we zetten koers naar het oude centrum, waar we de lunch op het grote plein willen nuttigen.

Wel een tikkie lompEr is een ring van parkeerplaatsen rondom het oude centrum waar we tegen betaling de bus zouden mogen neerzetten, of eigenlijk niet, omdat hij 52 centimeter te lang is om daar te mogen staan, maar ze gaan dat vast niet met een meetlat controleren. Al snel vinden we een ideaal plekje, slechts 20 meter vanaf het grote plein, midden in het centrum dus. Stefan stopt zijn creditcard in de parkeermeterdingus en drukt 2x op het plusje. 15-10-2014 14:00 uur staat er nu in beeld. Maar het is al bijna 14.00uur, dus dat vindt hij wat kort en na nog een keertje drukken springt de tijd naar 16-10-2014 08:00 uur. Huh? Naast dat dat een gekke sprong in de tijd is, bedenkt Stefan zich dat het pas de 14e is vandaag. We mogen dus voor 3 RON (65 eurocent) nu 2 dagen hier parkeren, ze moeten wel binnenlopen op die boetes, want daarvoor een automaat plaatsen lijkt ons niet de investering.

Broodjes op dit plein dusWe nuttigen onze meegebrachte broodjes in het zonnetje, op een bankje op het plein en kijken naar wat de andere mensen allemaal doen, zoals spelen met de fontijn, duiven voeren, etc. Daarna lopen we aan de overkant van het plein de tourist-info binnen in de hoop op een goed adres voor de camping die we probeerden te vinden, maar helaas, dat weet ze niet. Wel krijgen we een kaartje van Sibiu en heel veel meer dan ‘museum, museum, museum en kerk’ weet ze niet te vertellen als interessante punten. Musea daar zijn we niet zo van en de kerk is gesloten voor renovatie, dus we gaan niet veel tijd nodig hebben voor deze stad. 😉

Liars bridgeWe lopen een rondje langs het grote en het oude plein, een stukje oude stadsmuur en wat verdedigingswerken en over de Iron bridge, ook wel liars bridge genoemt omdat hij zou kraken als je er een leugen op verteld (getest). En we shoppen een stel bretels voor de motorbroek van Stefan, die door al dat hardlopen echt letterlijk tot z’n enkels afzakt, zelfs op de strakste stand. En daarna stappen we weer in de auto om naar een camping wat verder buiten de stad te navigeren, want we hoeven hier toch niet meer te zijn de komende dagen.

Verlaten camping Ananas15 kilometer verderop komen we op een volledig verlaten ‘camping Ananas’ aan. Deze camping onder Duits beheer, staat in het boekje, zou morgen al sluiten, maar we hopen hier een paar daagjes langer te kunnen blijven omdat het zulk mooi weer is. Het begint al goed, er is helemaal niemand bij de receptie en op één badhuis na is alles op slot. Maar het badhuis heeft warm water en het hek stond open, dus we kiezen gewoon een plekje uit en laden alvast de motor uit de bus voor de trip die we de komende dagen willen gaan maken in de omgeving.

Renee draait een wasje en doet de afwas van de avond waarop we zelf gekookt hebben twee dagen terug en neemt een heerlijk warme lange douche. Als Stefan net wil beginnen met het wisselen van olie + filter van de bus komt er een man met 3 honden via een soort van achterdeurtje de camping oplopen. Hij blijkt de ‘assistent manager’ te zijn, een Duitser die Uwe heet. Hij is wat langdradig, maar super aardig. We mogen hier zo lang blijven als we willen, want de camping is open zolang het niet vriest ‘s nachts en dat is nog zeker twee weken.

Uwe de campingbaas-assistent-ofzoHij geeft nog wat informatie over de kerk op de berg waar we op uitkijken en een tip voor een restaurantje beneden in het dorp. En hij zegt dat we de enige gasten zijn (oh echt?) maar dat er nog wel een Duitser in de laatste bungalow van de camping woont, die elk moment wel thuis kan komen. Prima, we zien hem wel verschijnen. Uwe komt verder elke avond en ochtend wel even op de camping kijken, maar verder is er niemand, dus we moeten maar kijken wat we exact willen betalen en het geld in de brievenbus van de receptie stoppen als we vertrekken. Leuke sfeer!

Frituurolie aftappenNet als Stefan opnieuw een poging wil doen om onder de bus te kruipen, komt er een Mercedes het terrein oprijden. De overduidelijk Duitse bestuurder stopt bij onze bus en vraagt in het Engels of we al iemand hebben gesproken en daarna wil hij alles weten over de KTM van Stefan, want hij heeft zelf ook twee KTM’s, waaronder een prachtige nieuwe Duke 1290. We stellen ons nog even netjes voor en hij blijk Anselm Roth te heten, schrijver van boeken en hij publiceert ook boeken van anderen. Ook hij geeft ons wat tips over de burchtkerken in de omgeving en zelfs een detailkaart van Roemenië, die hij toch maar lastig vindt en vervolgt daarna zijn weg naar zijn bungalowtje.

Tien minuten later komt hij met zijn Dobermann Lenna nog eens langslopen. Hij heeft er even over nagedacht, maar hij wil ons graag uitnodigen om bij hem te komen eten. Hij heeft verse zalm uit Noorwegen, gekregen van een vriend, en wil graag voor ons koken. Als duidelijk wordt dat Stefan echt geen vis gaat eten en hij onze eigen gehaktballetjes zelfs niet geschikt acht voor zijn hond, beloofd hij Angus biefstuk als alternatief klaar te maken. Gezellig, daar zeggen we natuurlijk geen nee tegen!

Soepje!Als we een uurtje later (na de oliewissel) aankloppen bij zijn achterdeur staat hij druk te kokkerelen. Wij krijgen alvast een bord pompoensoep terwijl hij de laatste hand legt aan de Zalm en het alternatieve Roemeense-worstrecept dat hij voor Stefan uit de koelkast heeft getrokken. Na een super lekkere en bijzonder gezellige maaltijd laat hij ons nog een aantal van zijn boeken en foto’s zien en vooral ook een hoop foto’s van de ommuurde burchtkerken en motorweggetjes waar deze omgeving zo om bekend staat. We worden helemaal enthousiast over deze regio en besluiten er iets langer voor uit te trekken dan we eigenlijk van plan waren. We besluiten de avond rond 22.15u met een uitnodiging voor een gezamenlijk motorritje op zak voor morgen in de middag, maar we weten nog niet of dat heel handig is voor onze planning.

Van Stalins beeld zijn alleen de laarzen over

Vandaag stappen we weer in ons bussie om de laatste bezienswaardigheid op ons lijstje in Budapest te gaan bezoeken. Net buiten de stad ligt namelijk Memento Park en daar zijn we reuze benieuwd naar.

Marx, Engels & MennesOm 11.15 uur staan we bij de kassa en we komen gelijk in de juiste stemming doordat er een Russisch klinkend muziekje uit een 1960 radio klinkt en er allerlei Lenin/Stalin/communisme souveniers tentoon worden gesteld. We hebben geluk, want 15 minuten later start er een tour met een Engelse gids. Normaal zijn we niet zo van de tours, maar dit is nou juist een bezienswaardigheid waar wat extra uitleg het verschil kan maken. Dus betalen we een paar extra Huf(ters), lopen een rondje over een aanvullende expositie en daarna kunnen we gelijk verder.

Man met vlaggetjeIn het Memento Park zijn 42 beelden verzameld die tussen 1945 en 1989, toen Hongarije onder leiding van de Sovjet-Unie viel, verspreid stonden over het land. Korte geschiedenisles: Hongarije heeft zich in de Tweede Wereldoorlog aangesloten bij de Duitsers, in de hoop dat ze gebieden die ze in de jaren ervoor kwijtgeraakt waren (oa wat nu Servië is) weer terug zouden kunnen krijgen. On the phoneDit hebben ze ook korte tijd gehad rond 1944, maar uiteindelijk is dit voor niets geweest want na de Tweede Wereldoorlog waren de grenzen gewoon weer zoals daarvoor. Uiteindelijk hebben ze zich tegen de Duitsers gekeerd nadat de Russen het land waren binnengedrongen en hebben ze hen geholpen door mee te vechten tegen de Duitsers.

Het leuke van de rondleiding is dat de beelden opeens gaan leven. We krijgen te horen waar ze stonden in de stad, wie de personen zijn, met wat voor doel ze er stonden, achtergrondinfo en een stukje geschiedenisles. Van Marx, Engels, Lenin en Stalin, naar Hongaarse heroes, soldaten, de rode vijfpuntige ster en hamer & sikkel. Super interessant!

Na de val van het Communisme in 1989 (het moment dat de Berlijnse muur viel wordt hiervan als symbool gezien) werden alle beelden verwijderd uit de stad en veel ook vernietigd, want dit herinnerde iedereen aan de onderdrukking. De regering heeft toen besloten om een groot aantal van deze beelden te bewaren en een aantal jaren later tentoon te stellen in het museum Memento Park. De gids wijst ons er ook nog even op dat het een gigantisch karwei moet zijn geweest om ook alle sterren, hamers en sikkels te verwijderen die overal door Budapest verspreid waren. Deze mogen namelijk niet meer worden gebruikt, maar stonden wel op en in allerlei (overheids)gebouwen, parken, schilderijen, kranten, klaslokalen, noem maar op.

Keksekemetjes ofzoNa deze interessante ochtend rijden we verder naar het zuiden van Hongarije: Kecskemét. We parkeren de bus tegenover de Italiaan aan de rand van het stadje en Stefan bestelt een pizza en Renee een salade. Voor nog geen 10 euro hebben we samen een prima lunch inclusief 3 cola light, idioot, die prijsverschillen met Nederland. Naast een paar mooie gebouwen rond het plein (we hebben wel de moeite genomen om even rond te kijken), is het niet zo’n boeiend stadje.

Daarna rijden we door naar Szeged, de stad waar jaarlijks een muziekfestival plaatsvindt en wat volgens de Lonely Planet een leuke stad zou moeten zijn. Omdat het al laat in de middag is, besluiten we om hier een camping te zoeken, zodat we morgen de stad kunnen bezichtigen en daarna weer verder kunnen. Op internet hadden we twee campings gevonden die al dicht waren, dus kijken we of de navigatie nog met suggesties komt en of we nog bordjes kunnen vinden. Helaas allebei zonder succes. De camping uit de gps, waar ook een hotel bij hoort, is al zeker twee jaar hardstikke dicht en gekraakt, maar verder geen bordjes te bekennen.

Illegal camping Dan maar weer illegaal camperen vannacht, daar hebben we deze “onopvallende bus” immers ook voor! Alleen waar dan? 1. Naast de ingang van de gesloten camping: hmm te afgelegen. 2. Voor de deur van de automaterialenzaak 100 meter verderop: hmm die gaat om 07.00 uur alweer open, maar we besluiten hier wel een pastasalade te kokkerellen 3. Langs de weg tegenover het benzinestation: wel erg druk zo met de auto’s, maar hier hebben we wel even gestaan omdat we hier in ieder geval wifi van het tankstation konden gebruiken. We kiezen utieindelijk voor onze 4e ingeving: een zijstraatje van de automaterialenzaak, tegenover een bedrijf dat leeg staat, achter een ander geparkeerd busje. Volledig incognito!

Rond 08.00 uur staan we met onze bus voor de supermarkt om een ontbijtje te kopen en daarna rijden we de binnenstad in. We hebben echter bijna geen Hongaars geld meer en ook geen munten om te parkeren/voor Ov dus kiezen we ervoor om de wandeling uit de Lonely Planet met de bus te doen. Dit gaat ook prima. Tijdens het festival is het misschien een leuke en sfeervolle omgeving, maar ons stelt het teleur, zeker in vergelijking tot de andere plekken die we al hebben gezien. Dus gaan we maar weer eens verder.

Grens RoemeniëWe zijn nu relatief dicht in de buurt van de grens. Om 10.45 uur rijden we de grens met Roemenië over. Of eigenlijk moeten we 11.45 uur zeggen, want het is hier een uur later. In de ANWB wegenkaart van Roemenië staat dat er lange wachtrijen kunnen zijn, maar na een paar minuten, wat geïnteresseerde blikken ivm onze acheruitrijcamera en dashcam (scherm staat uit) en het tonen van onze legimaties, zijn we in land nr 7! We kopen daar direct een vignet om op de hoofdwegen te mogen rijden en zetten weer gas op de lollie!

Roma bouwstijlHet valt wel direct op dat we in een ander land zijn. De “snelweg” is te vergelijken met een 80 km tweebaansweg in Nederland, maar dan met slecht asfalt en steeds slingerend door dorpjes. Er rijden vooral erg veel vrachtwagens die spontaan niet meer begrenst lijken te zijn en ons inhalen met 100 km/u. We blijven echter rustig doortokkelen en ons aan de snelheden houden, kijken lekker om ons heen en nemen de nieuwe omgeving in ons op. Apart dat er eens in de zoveel tijd een vrouw langs de kant van de weg staat te zwaaien, met name naar vrachtwagens. De ene nog uitdagender dan de andere en niet allemaal even “Pretty woman”. We hebben gelezen dat het hier heel normaal is om te liften en zien even later ook een hoop mannen wuiven. We vragen ons daarna wel af wie lifter en wie hoer was, of allebei 🙂

Stadspark lunchIn de middag gaan we flink in de remmen als we in een dorpje, tegenover een kerkje, eindelijk een plek zien waar we kunnen stoppen om onze lunchbroodjes op te eten. Maar we moeten vooral ook erg nodig plassen! Voor Stefan niet zo’n grote uitdaging, voor Renee iets meer. Dus Renee gaat met de wc-rol onder haar arm (ja Anna en Robbert, degene die we van jullie hebben gekregen in Luxemburg ;)) op zoek naar een plekje zonder brandnetels en uit het zicht van de kerk en voorbijkomende vrachtwagens (je weet maar nooit wat ze zouden denken!). Daarna parkeren we onze stoelen in het gras, broodjes erbij, bordjes, drinken en de lunch is compleet! Renee maakt vanaf de zijkant van de weg nog een foto van het kerkje en er wordt volop getoeterd door de vrachtwagens. Het was zeker niet ivm gevaarlijk gedrag of in de weg staan en ze was ook niet op zoek naar een lift….. hmmm?!

Laat in de middag komen we aan in Alba Iulia. Een Engelsman die we op de camping in Budapest hebben ontmoet, heeft ons geadviseerd om voor deze plek iets van de hoofdweg af te wijken en hier hebben we zeker geen spijt van als we de Citadel zien. MennetDit oude ommuurde deel van de stad ziet er vanaf de buitenkant al mooi uit, dus we zijn benieuwd naar de binnenkant. We parkeren direct aan de rand op een gratis parkeerplaats. Na wat rommelen en orienteren besluiten we om eerst wat te gaan eten en daarna wel te gaan kijken waar we vannacht kunnen slapen.

Aangezien de poorten van de Citadel om 19.00 uur sluiten en we aan de rand geen restaurantje kunnen vinden, lopen we het nieuwe en lelijke deel van het stadje in. Ze lijken hier alleen maar Italiaanse restaurantjes of Bars te hebben, dus kiezen we uiteindelijk voor het eerste. Na wat vertaalwerk op de mobieltjes (het is handig dat er af en toe wat onduidelijke plaatjes op staan) kiezen we allebei toch maar voor veilig: Pui (kip) en Porc (varken) it is!

Kamperen voor een hotelVanavond kiezen we voor een hele brutale slaapplek. De gratis parkeerplaats naast de citadel verruilen we voor de Privat parking van een nabijgelegen hotel, naast het park. Daar kunnen we nog net hun gratis receptie-wifi gebruiken. Dus ipv de gordijnen te sluiten (dan is het wel erg duidelijk dat je een camper bent en daar overnacht), duiken we het bed in bovenin onze camper en hangen een handdoek bij onze voeten “te drogen” voor wat privacy en bescherming tegen eventuele lichten van andere auto’s en nieuwsgierige mensen. Gewoon niet reageren als er geklopt wordt: de bestuurders van de buitenlandse bestelbus hebben een hotelovernachting geboekt! 🙂

Met de motor, dippen in een vulkaan en groen Buda

Motor op parkeerplaatsNa een dagje sightseeing in de stad, is het tijd voor wat afwisseling en dus laden de topkoffer van de motor vol met kleding, handdoeken, tandenborstel en onze zwemkleding en voeren Sopron in als bestemming op de navigatie. Dit ligt in het westen van Hongarije, dicht bij de Oostenrijkse grens.

In het begin is het flink mistig en dus heeft Renee flink moeite om wakker te blijven achterop de motor. Gelukkig wordt het na een half uurtje ineens zonnig en genieten we van de rit door het binnenland van Hongarije. Het is nog een flinke uitdaging om een parkeerplek te vinden voor de motor, omdat het betaald parkeren ook voor de motor geldt en hij dus niet zomaar ergens op de stoep mag staan. Uiteindelijk kiezen we dan toch maar voor een plekje in de buurt van het plein.

Juist op het moment dat we besluiten om niet te betalen (want we hebben eigenlijk niet genoeg muntjes, waar laat je het kaartje en wordt die niet gejat, zodat je dan alsnog een boete krijgt?) komt een Oostenrijker naar ons toe die vertelt dat hij deze week al meerdere boetes heeft gehad doordat hij net te laat terug was en biedt ons zijn kaartje aan die nog 20 minuten geldig is. Eerst maar eens testen of dit werkt, we binden ons kaartje met een sjorbandje om de navigatiehouder, halen de binnenvoering uit onze motorpakken (heet!) en eten onze meegebrachte broodjes op een bankje naast de parkeerplaats.

In de tussentijd hebben we geen controlemannetje gezien en we staan wederom te twijfelen wat te doen. Betalen, onze kentekenplaat eraf klikken (boete schrijven wordt dan lastig) of de gok wagen. We kiezen voor het eerste, maar het blijkt dat onze pas het niet doet en we hebben te weinig “Hufter”munten voor een fatsoenlijke parkeerduur. Nu komt er een aardige Hongaar naar ons toe die ons ziet klooien en legt ons uit dat je een speciale parkeerpas of HUF-munten nodig hebt en doneert ons voldoende munten om ruim een uur rond te kunnen lopen. Lastig taaltje dat Hongaars, maar superaardige mensen!

Toren uitzichtDus lopen we het middeleeuwese stadje in, met z’n mooie kinderkop-straatjes en nog aanwezige stadsmuur. Voor een kapitaal aan Hufs (briefgeld, in euro’s een schijntje) beklimmen we de Wachttoren voor een leuk uitzicht over de stad. Deze werd vroeger gebruikt om te waarschuwen voor vuur, het slaan van de tijd en om salesmensen tegen te houden die niet-Sopronse-wijn kwamen verkopen. En omdat de wachters toch goed met toeters overweg konden, werd hun takenpakket uitgebreid met het spelen tijdens feestdagen en bijeenkomsten.

We stappen daarna weer op de motor richting de volgende bestemming Hévíz. Maar eerst zetten we land nummer 6 op onze doorreis-lijst: Oostenrijk. Want tja, we moeten de KTM-motorfiets natuurlijk wel weer even een thuisgevoel bezorgen en ow ja het waren ook nog eens een aantal lekkere bochten om doorheen te sturen 😉 Inmiddels is het zo’n 28 graden en tijd voor een terrasje, maar dat is nog lastig te vinden. We merken wel dat de meeste toeristen inmiddels zijn vertrokken of misschien kennen ze dat hier gewoon niet. Na een colaatje en overjarig ijsje, stappen we weer wat afgekoeld op de motor.

HuiskamertjeBij aankomst in Heviz wordt onze verwachting nav de Lonely Planet bevestigd: ER ZIJN HIER EEN HOOP OUDE, LELIJKE, DIKKE, DUITSERS! Nadat we op het informatiebord van de bekendste attractie van deze plek hebben gekeken naar de mogelijkheden, besluiten we uiteindelijk om een kamer te boeken bij Villa City Centre voor € 45,00 per nacht. Niet heel goedkoop, maar wel lekker makkelijk, inclusief ontbijt en wifi en een flink grote kamer. We krijgen ook een aantal kortingsbonnen mee voor attracties en restaurants en kiezen ervoor om naar het restaurant met typisch Hongaars eten te rijden. We hebben tot nu toe namelijk nog niet heel veel plaatselijk eten gegeten en dat moet er maar eens van komen. Stefan besteld goulash met wat later blijkt van die vieze knoodle pasta die we al kenden uit Oostenrijk en Renee een soort Varkenslapje met kaas en champignons.

Het is wel een hele uitdaging om hier rustig te zitten, want het sterft hier van de muggen! Anti-muggenspul hebben we helaas niet meegenomen in onze topkoffer, dus meppen we maar wat af. En niet alleen wij, ook de andere gasten in het restaurant zijn duidelijk geirriteerd. Als onze borden op tafel komen, kijkt Renee eerst wat beschamend toe terwijl Stefan aan de slag gaat met een citroenschijfje om zijn hele gezicht, nek, handen, etc in te smeren. De velletjes van de citroen zitten overal 🙂 Maar het lijkt echt te werken en dus volgt Renee zijn voorbeeld: et voila!

LazerssszzzzDe ervaring is compleet als er even later een Hongaar met zijn lichtjes, lasers en slingers Duitse en Hongaarse slagers gaat spelen op zijn synthesizer. En dat nog eens direct naast onze tafel, Süpérrr! 🙂 We besluiten om onze fooi uiteindelijk maar aan deze Hongaar te geven, want hij deed wel erg zijn best.

IJS!Verderop hebben we een ijszaak gezien waarbij het Italiaanse ijs er wel erg lekker uit zag en dus halen we ter afsluiting nog een heerlijk ijsje. Daarna ploffen we op de bank in de huiskamer van onze suite om een beetje te internetten en uit te buiken en daarna zzzzz.

De volgende ochtend zijn we relatief vroeg op, om na een prima ontbijt (ze zeggen dat Hongaren graag brood met brood eten en we hebben onderweg inderdaad al prima broodjes gevonden) op de motor te stappen om twee drijvende schuimrubberen staven te kopen. Nadat we deze profisorisch om Stefan’s nek hebben gehangen, terwijl Renee de dagtas vasthoudt, melden we ons om 09.30 uur bij de kassa van het grootste thermale meer van Europa voor 4 uurtjes zwemmen en sauna a 12 euro pp. Zo’n 40 meter onder het meer zit een vulkaankrater waar zoveel water doorheen stroomt dat het water in het meer ongeveer elke 48 uur volledig ververst is. En een vulkaankrater is natuurlijk lekker warm, waardoor het water door het jaar heen gemiddeld zo’n 33 graden is. De geur is een beetje wennen, net als alle bejaarden om ons heen, maar we drijven als ware pro’s met onze banden in het meer.

Modder!We wagen ons zelfs in het modderbad, alhoewel Stefan er na een paar seconden al weer uitstapt met “Dit is echt niet mijn ding!”. Terwijl Stefan de camera gaat halen, smeert Renee zich in met de modder (het lijkt en ruikt eerder naar stront, maar het schijnt gezond te zijn), want het is toch ook wel leuk om de hele ervaring mee te maken. Na nog een paar saunarondjes inclusief gehannes met badkleding omdat ze hier andere regels hebben en een saunatowel (soort van papieren ding dat we hebben gekregen) lopen we uiteindelijk 5 minuten te laat (oeps! Gelukkig doen ze het poortje toch voor ons open) naar buiten. Extra stootbumpersWe binden alles, ook de veel te grote rubberen banden op de motor en gaan een beetje gaar weer richting Budapest.

Onderweg stoppen we nog bij het stadje Kesztehly, net buiten Heviz. Wat ons trouwens opvalt is dat ze toch een aantal woorden hebben die we herkennen, maar dat ze er dan altijd een extra z in plaatsen, zoals bij Szauna of Augusztus. In Kesztehly stoppen we voor een lekkere rantott, een Hongaarse specialiteit die we erg zijn gaan waarderen als voorgerecht of lunch: een gepaneerd en vervolgens in olie gebakken/gefrituurd stuk kaas met een wittig sausje erbij. Hmmm…!

PaleisjeNa een wandeling naar het Fö tér plein met de universiteit en een mooi en gratis park met paleis Festetics uit 1745 rijden we door naar de nr 2 attractie van Hongarije: Het Balatonmeer. In de zomer is dit grootste meer van Europa een populaire plek waar veel mensen naar toe trekken, maar nu zijn de campings en restaurantjes respectievelijk gesloten en uitgestorven, of allebei! We rijden er aan de noordelijk kant langs, via slingerende weggetjes en dorpjes, met af en toe uitzicht over het meer. GrindEn, gewoon omdat het kan, pakt Stefan af en toe een zand/grindweggetje mee.

Terug in Budapest
Als het al donker is, komen we uiteindelijk weer terug op de camping in Budapest. Na het leegladen van de motor proberen we het Sushirestaurant Wasabi te vinden, die heeft geadverteerd in een folder die we van de camping hebben gekregen en we zijn er met de camper een paar dagen geleden ook langs gekomen, alleen weten we allebei niet meer exact waar hij zat. Na een half uur zoeken (we vinden deze niet op de plek waar de navigatie hem aangeeft), belanden we inderdaad in dit restaurant. Het leuke is hier dat ze ook echt werken met twee treintjes met gerechtjes.

Welkom in de sushi bar WasabiBovenin de warme gerechtjes: van kip met groente tot zalm, soepjes en loempiaatjes (favoriet van Stefan) en onderin de koude dingen (rolletjes, salades, koude toetjes, etc). Een dure avond in vergelijking met de rest van onze buiten-de-deur-dinertjes (zo’n 50 euro) maar wel leuk voor de afwisseling. Op de camping kletst Renee nog even met een Nederlander die samen met zijn vrouw in zijn tot camper omgebouwde Mercedes (wel zo’n 18 jaar nieuwer dan die van ons en dus een stuk moderner) 4 weken door Europa reist.

De volgende dag beginnen we lekker relaxt. We zetten geen wekker, maar worden wel vroeg wakker. Na het bekende ontbijt draaien we een was op de camping met o.a. onze zwemhandoeken van Berlijn, geven de campervloer een schropbeurt en ruimen op. Wanneer het zonnetje weer is gaan schijnen, stappen we op de motor en rijden we naar Castle hill, in Buda. Budapest bestaat uit heuvelachtig Buda (Óbuda) aan de westkant van de Donau en het industriële vlakke Pest aan de oostkant, wat in 1873 officieel is samengevoegd tot Budapest.

Tanks?Op Castle hill vind je allerlei mooie oude gebouwen en die gaan we vandaag bezoeken. We lopen o.a. langs het Royal Palace met allemaal mooie beelden op en aan de gevel en vandaar door de binnenplaats van het Historisch museum. We denken eerst dat we weer eens midden tussen de renovaties met bijhorende steigers zijn beland, maar besluiten zodra we een zwaar gepanserde tank voorbij lopen, dat ze hier een filmset aan het opbouwen zijn. Welke film dit is, krijgen we uiteindelijk niet te horen, maar het lijkt wel een Amerikaanse productie te zijn te horen aan de Crew die er rondloopt. Wel leuk om te zien hoeveel werk ze erin stoppen met hele gevels die ervoor worden gezet (maar dan met een gedeeltelijk kapot-gebombardeerd stuk), aangepaste gigantische beelden die net echt lijken maar eigenlijk van papiermaché zijn gemaakt, uitgebrande auto’s, etc. Het lijkt een soort oorlogsfilm te worden.

Fishermans BastionWe lopen nog wat verder en het blijkt een uitstekende zaterdag om als getrouwd stel foto’s te maken. Dat snappen we ook wel, want het is hier super mooi! Na een tijdje begrijpen we ook waarom we vanochtend niet met de motor door de tunnel, want we zien aan de overkant van de rivier allemaal mensen rennen. De marathon van Budapest is in volle gang. Maar goed dat we hebben besloten hebben om vandaag de westkant van Budapest te bezoeken!

Renee bij de CitadellaWe lunchen vanuit de supermarkt op een bankje in het park, terwijl een tiener het ene na het andere nummer op zijn elektrische piano speelt; best mooi, ook hij krijgt fooi! Daarna lopen we terug naar de motor en rijden we naar de Citadella, een fort dat uiteindelijk nooit als fort dienst heeft gedaan omdat het overbodig was toen de bouw (eindelijk) klaar was. Vanuit hier heb je wel een mooi uitzicht over de stad. En we zijn erg blij dat we niet de hele berg omhoog hebben hoeven lopen, wat wel in de openbaar-vervoer routebeschrijving stond. De KTM heeft genoten van de klim!

Midden in de rivier, tussen Buda en Pest bevindt zich ook nog het eiland Margit waar we aan het einde van de middag nog even rond willen wandelen. Door de marathon zijn er echter nog een aantal straten afgesloten, waardoor we uiteindelijk ruim 45 minuten doen over 5 kilometer op de binnenring van de stad. De ene keer lang stilstaand in de hitte en soms tussen de auto’s door als er voldoende ruimte was. We parkeren de motor aan het begin van het park, want deze blijkt alleen toegankelijk te zijn voor fietsers, wandelaars, eletrische wagentjes die je kan huren en van die Piet plezier trapfietsen. Dus lopen we een tijdje rond door het park om af te koelen en stappen we rond etenstijd weer op de motor om boodschappen te doen voor het avondeten.

Bij de camping aangekomen blijkt het restaurant open te zijn en we besluiten om daar te eten (de eigenaar heeft een aantal plaatselijke gerechten op het menu staan), maar eerst racen we nog even de hoogste berg op met de motor. Vlak voor onze camping kan je namelijk met een kabelbaan omhoog en we zijn benieuwd waar deze uitkomt. Dit blijkt een wandelgebied te zijn, waar wij volgens de borden eigenlijk niet lijken te mogen komen met de motor, oeps?! Bij terugkomst blijkt onze was van vanmorgen nog steeds vochtig te zijn en dat gaat vannacht natuurlijk alleen maar erger worden. Dus hangen we alles op in de bus, een deel achterin en een deel in ons leefgedeelte. Met ons kacheltje op standje sauna drogen we redelijk vlot al onze shirtjes, onderbroeken en sokken terwijl Stefan het vorige stukje schrijft en Renee alvast de route en sights in Roemenië en Bulgarije bekijkt.

Slowakije – Hongarije

We hebben lekker kilometers gemaakt op de eerste dag van dit blogje, we zijn in één ruk doorgereden van Krakau Polen naar Budapest Hongarije. Daarbij passeer je dus heel Slowakije van noord naar zuid. Ondanks dat we aan de grens wel een vignet gekocht hadden om over de snelwegen te mogen, beviel het Stefan wel om lekker binnendoor te sturen. Zo zie je nog eens wat van het land!

In de ochtend hebben we nog flink in de file gestaan omdat de GPS het nodig vond om ons nog even het centrum van Krakau vanuit de auto te laten zien. We hebben wel van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog even onze laatste Poolse zlotties te verruilen voor wat vers gebakken broodjes bij de supermarkt. En hebben deze tijdens het rijden ook als ontbijt genuttigd.

Lunchen op een parkeerplaatsIn Slowakije hebben we voor het eerst tijdens deze trip een regenbui, die het vermelden eigenlijk niet eens waard zou zijn.  Ware het niet dat de bus er flink smerig van geworden is (immers, boeren-binnendoor-weggetjes) en we daar nu nog elke dag tegenaan kijken, omdat we beide geen zin hebben om de auto te wassen. Tegen half twee hebben we midden in een mini-dorpje, op de parkeerplaats van een of ander monument onze stoelen weer uitgevouwen en als ‘talk of the town’ het restant van onze broodjes zitten smeren voor de lunch.

Daarna werd het landschap snel heuvelachtig en hoewel volgens de reisgids en de GPS de bergen niet hoger dan 1000 meter waren, zijn we op sommige plaatsen echt de berg op gekropen, omdat onze bus blijkbaar dacht dat we al in de Himalaya waren. Dat wordt nog wat tegen het eind van deze trip!

Dorpjes, kleinere dorpjes en kleinste dorpjesDe kilometers tikken wel lekker snel af en zonder ook maar van chauffeur te wisselen staan we eigenlijk vroeger dan verwacht 530km verderop al in de file in Budapest, waar we precies aan het begin van de avondspits een poging doen om onze beoogde camping te bereiken. Uiteindelijk hebben we ruim een uur over de laatste 6 km gedaan, dat is wel een beetje jammer. Maar de camping ziet er leuk uit en we willen vandaag eens vroeg naar bed.

Helaas steken onze nieuwe buren daar een stokje voor, door hun kinderen rond onze camper tikkertje te laten spelen, keihard opera muziek aan te zetten in hun camper en vervolgens ‘op onze stoep’ luidruchtig te gaan zitten kletsen. Grens met Hongarije, hoe schrijf je dat precies? Nou, zo.Om 22.00 uur vindt Stefan dat het feestje wel afgelopen mag zijn en hij vraagt ze vriendelijk om in ieder geval de muziek uit te zetten, zodat we kunnen gaan slapen. Wonderbaarlijk genoeg is het daarna vrijwel meteen ook echt stil op de camping.

De volgende ochtend staan we lekker vroeg op. Op “Camping Zugleti Niche” is een ontbijtbuffet inclusief en daar zijn we heel nieuwsgierig naar. Hoewel het deze eerste dag een beetje tegenviel, met koude pannenkoeken en voornamelijk brood van de stevige Duitse makelij, moet ik wel even vermelden dat het de overige dagen echt helemaal prima was, met vers gebakken broodjes en volop keuze.

Kamperen op het terrasDirect na het ontbijt besluiten we uit voorzorg toch maar te informeren of we onze camper mogen verplaatsen naar het plekje naast de receptie. Zodat we niet nog een avond in de herrie zitten en ook wifidekking hebben in de camper. De plek die we voor ogen hadden is gereserveerd, maar we mogen wel zo ongeveer op het buitenterras van het restaurant gaan staan. Dat lijkt ons wel gezellig en niet veel later staan de pootjes van onze luifel dan ook op het terrasje. Heel even laten onze irritante ex-buren ons nog schrikken  door met hun campers de gereserveerde plaats tegenover ons op te rijden, het zal toch niet dat die voor hun gereserveerd was? Maar gelukkig zijn ze blijkbaar naast luidruchtig ook lui, ze komen alleen even hun chemisch toilet legen bij het badhuis en rijden daarna weer terug naar hun eigen plaats.

Oude operaWe pakken rond de middag de stadsbus naar het centrum van Budapest en lopen daar naar de oude Opera, het startpunt van de wandelroute door de stad uit de Lonely planet. Na een flinke, niet heel interessante, wandeling door Pest zitten we eindelijk even op een trap (bij gebrek aan bankjes) in het park achter het heldenplein, als we door een of andere sloeber worden aangesproken die met het welbekende “ziek en zielige familie en geen geld voor vliegtuig of bus”-verhaal probeert om geld van ons te krijgen.

Uiteraard negeren we hem gewoon, maar irritant genoeg blijft hij staan en continu zijn handen vouwen en Jezus-Christus-Danke zeggen. Uiteindelijk wint ons geduld gelukkig wel van dat van hem en hij taait af. Maar in het uur daarna zien we hem toch nog drie keer terug, bij een badhuis waar we even binnen wilden kijken, de openbare toiletten in het park en uiteindelijk is hij ons ook nog gevolgd tot het perron van de Metro.

Parlement BudapestWe stapten op de metro omdat we hoopten bij het parlementsgebouw (bezienswaardigheid hoog!) een restaurantje te kunnen vinden voor de lunch. Maar helaas blijkt er bij de hoogwaardigheidsbekleders in Hongarije geen grote vraag naar restaurantjes op de hoek van de straat en uiteindelijk besluiten we dan maar terug te lopen richting ons startpunt van vandaag: het busstation bij winkelcentrum West End. Onderweg eten we even snel een kebabgerechtje bij een Turks selfservice restaurant. Niet bepaald de lunch die we in gedachten hadden, wel lekker!

De missie bij het winkelcentrum zijn een paar nieuwe wandelschoenen voor Stefan. Degene die hij mee op reis had waren al een twijfelgeval met inpakken en bij onze wandeling door Auschwitz kreeg hij er al zere voeten van, maar toen vanmorgen met het vasttrekken van de veters de hele zool onder de schoen uitscheurde, werd duidelijk waarom. Na in een aantal zeer dure winkels een aantal zeer dure wandelschoenen gepast te hebben, komen we langs een soort Scapino, waar Stefan uiteindelijk de goedkoopste wandelschoenen het lekkerste vindt lopen. Voor de 30 euro die ze kostten zijn we wel nieuwsgierig hoe lang ze mee gaan, maar gezien de Merrels die hij als eerste aan had het vijfvoudige kostten, kunnen we nog wel een paar keer nieuwe kopen in deze prijsklasse. 🙂

Selfie!Als we weer bij  het busstation aankomen zien we net onze bus, die elke 15 minuten rijdt, van het busstation wegrijden. Helaas! We gaan in het laatste bushokje zitten, dat pal onder het ledbord met de aankomsttijden staat. Maar als we daar ‘onze bus’ zien knipperen op 0 minuten, voelen we nattigheid. Te laat natuurlijk, we zien hem nog net bij het bushokje helemaal aan de andere kant van het station zijn deuren dichtdoen en een paar seconden later rijdt de chauffeur ons voorbij alsof hij oogkleppen op heeft. Wéér de bus gemist.

Koken in de bus, of naast de bus, of soort van onder de luifel van de busWe kiezen ervoor om ons 2e kwartier wachten nuttig te besteden en lopen ondertussen heen en weer naar een supermarkt een stukje verderop, om inkopen te doen voor vanavond. En zijn deze keer gelukkig wel op tijd voor onze bus weer terug bij de juiste halte. Een paar haltes verder stappen ook Amanda en Justin op, een stel uit Nieuw-Zeeland waar we gisteren al even mee gekletst hebben op de camping, zij trekken een half jaar door Europa met een huurauto. Het is bijna donker als we op de camping aankomen en terwijl Renee begint met koken, laadt Stefan de motor uit de bus ter voorbereiding voor morgen.

Al gauw blijkt dat we door een flinke miscommunicatie geen enkele passende combinatie van ingredienten hebben voor het avondeten. Stefan vraagt aan Amanda of in de buurt van de camping een winkeltje weet waar ze rijst verkopen, zodat we in ieder geval iets kunnen maken. Dat winkeltje zit er zeker, maar ze twijfelt of die nog open is. Ze biedt aan om gewoon wat meer van hun rijst te koken, zodat we kunnen delen, helemaal geweldig! We koken min of meer afzonderlijk van elkaar twee gerechtjes die zo ongeveer hetzelfde zijn en eten met z’n vieren. Het was erg gezellig en Stefan is meteen z’n twee blikjes Bavaria, die nog van thuis meegekomen waren, kwijt aan Justin.

Als het uiteindelijk te koud wordt om buiten te zitten gaat Stefan nog gauw even onder de douche en daarna klimmen we lekker in onze hoogslaper onder de wol.

Polen: Heftig Auschwitz en mooi Krakau

Nachtelijke wasdroog activiteitenNa een prima nachtje, net als vele andere campers op een rustige parkeerplaats voor Tropical Islands, gaan we weer op pad. Omdat de snelweg toch niet heel hard opschiet met onze bus, zetten we Snelwegen en tolwegen vermijden aan op onze Garmin navigatie en kachelen we over B-wegen, door dorpjes en tussen landerijen om nog e.e.a. van het binnenland van Oost-Duitsland te zien.

Ontbijtje op de inrit van de parkeerplaatsWe stoppen bij een kleine Duitse supermarkt voor heerlijke verse, nog warme, broodjes en krijgen veel bekijks als we op de drukke parkeerplaats onze campingstoelen uit de bus trekken en in het zonnetje gaan ontbijten. We moeten maar leren om hier lak aan te hebben de komende tijd 🙂

Daarna is het tijd om het derde land van onze trip op te gaan zoeken: Polen. Om 11.45 uur doen we (lees Renee) een poging om een foto te maken van het grensbord, maar precies op dat moment besluit de camera uiteraard om in slaapstand te gaan, grrr! We moeten de instellingen blijkbaar nog even finetunen en dat doet Stefan dus even later ook. Verlaten grenspostWe stoppen nog wel even bij de oude grenspost, die duidelijk niet meer in gebruik is.

Voor vertrek heeft Renee van alle landen waar we waarschijnlijk doorheen gaan rijden nog een aantal taalzinnen uitgedraaid. Handig dat Wikitravel 🙂 Dus even later galmen Poolse woorden zoals Tak:Ja, Nie:Nee, Czesc:Hallo, Dziekuje:Dank je wel, Pa:Tot ziens, door de bus. We worden gelukkig geholpen met de fonetische uitspraak, want alle haakjes, staartjes en ringels aan de letters zijn geheel onbekend voor ons.

We maken ook al snel kennis met de Poolse rijstijl. Inhalen “kan” overal, ook als er een tegenligger aankomt. Ze hebben de rijbanen niet voor niets wat breder gemaakt, je moet gewoon zorgen dat je als langzaam vekeer rechts over de streep heenrijdt, dan kunnen ze je half op de eigen baan gewoon passeren. Stefan past zich snel aan en flikt hetzelfde kunstje even later bij een wel erg traag rijdend gebakje.

Leuke lunchplek in PolenHet is nog best lastig om een leuk plekje te vinden om te stoppen voor de lunch. Dus nemen we maar genoegen met een grindbak in het bos, met een soort Grillkraampje. Omdat we nog geen Pools geld hebben gepint (wij noemen dit inmiddels oneerbiedig Poolse sletties), pakken we ons Duits geshopte brood er weer bij en stallen onze stoelen en tafel achterde bus in het zonnetje uit. Even later draait een grote Poolse vrachtwagen het terrein op en wij staan precies in zijn draaicirkel. Dus verplaatsen we alles een paar meter en denken dan rustig verder te kunnen eten. Helaas mogen we nu echt aan de bak.

Er komt een oude Pool naar ons toe die een heel verhaal begint en lijkt te vragen waar we heen gaan. Hadden we nu maar onthouden hoe je zegt: Ik spreek geen Pools in het Pools. Aan de andere kant moeten onze vragende blikken en gebaren en opmerking Krakau? toch ook duidelijk maken dat we weinig begrijpen van zijn getjs en chziez. Even later dringt het blijkbaar door dat we geen Pools spreken en geeft hij het op.

De laatste 200 km besluiten we toch gebruik te maken van de tolweg, want anders komen we vanavond wel heel erg laat aan op de plaats van bestemming met ons gemiddelde van 50km/h. Inmiddels is het donker als we Oswiecim bereiken, beter bekend in de Duitse benaming: Auschwitz. In het donker is nogal lastig te bepalen waar de ingang zich bevindt, maar dat zien we morgen dan wel. Eerst op zoek naar iets te eten.

Onderweg hebben we wel wat aftandse tentjes langs de kant van de weg gezien, maar niets wat ons ok leek. Dus rijden we nog wat rond en komen uiteindelijk na het volgen van een bordje uit bij een, wat binnen blijkt, super leuk tentje, met heerlijke gerechten: La Rossa. Stefan besteld de specialty van de kok: een Cheeseburger en Renee stoofvlees met een soort gnocci. Het risico van iets bestellen dat je niet helemaal snapt na het lezen van de omschrijving, wordt wel snel duidelijk voor Renee. Er zit bietjespurree bij, ieuw! Voor een voorgerecht, hoofdgerecht, toetje en 5 drankjes, zijn we samen nog geen 25 euro kwijt.

IMG_0054Daarna rijden we terug naar de parkeerplaats bij wat we denken dat de ingang van het museum is. We hebben op een Camperforum namelijk gelezen dat je daar bij/tegenover prima kunt slapen voor een paar Sletties. We kiezen uiteindelijk voor degene met een heel aardig bewakingsmannetje en mogen voor 25 ZTL (zo’n 6,5 euro) de hele dag blijven staan. Helaas blijkt deze geen toilet/douche te hebben (aha, dat was dus het verschil met die andere, daar moest je welliswaar extra voor betalen maar toch) en dus krijgt het struikgewas achter de bus wat extra water.

De volgende ochtend worden we om 07.45 uur, voor de wekker, wakker. Brrr het is koud! Dus kleden we ons snel warm aan en mengen ons na een ontbijtje 100 meter verderop in de rijen met mensen. We stonden inderdaad letterlijk voor de deur van “Museum” Auschwitz I. We zijn benieuwd naar de verhalen, gebouwen en overblijfselen. Renee is met de Middelbare school al een keer bij kamp Vught geweest en we kennen allemaal natuurlijk wel de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog, het dagboek van Anne Frank en films zoals Schindlers List. Deze plek is gratis te bezoeken, tenzij je gebruik wilt maken van een gids. We hadden van tevoren bedacht om dit te doen, maar komen er achter dat de eerste Engelse tour pas om 10.30 uur start en hebben geen zin om de moeite te doen om uit te zoeken of er ook privétours zijn.

Arbeit macht freiDus lopen we even later met z’n tweeen onder de poort door met de bekende tekst: Arbeit macht Frei. De Duitsers hebben dit erop geplaatst, hoe ironisch! De mist en kou maken het plaatje met de prikkeldraad omheinde gebouwen compleet. Het aparte is dat de gebouwen er eigenlijk best mooi uit zien; meerdere verdiepingen, rode stenen, ramen, helemaal niet zoals je je voorstelt bij een concentratiekamp.

Mooie gebouwenAls je binnen komt en de verhalen leest, is natuurlijk wel meteen duidelijk dat de mensen (veelal Joden, maar ook andere gevangenen) hier helemaal niet mooi leefden. Van leven is zelfs geen sprake, want er zijn hier honderd duizenden mensen omgekomen door marteling, kou, verhongering, gas, experimenten en kogels. Auschwitz I, waar we ons nu bevinden, is begonnen als Poolse legerbasis en door strafarbeid van de gevangenen verder uitgebreid in dezelfde stijl, vandaar de “mooiere gebouwen”.

Auschwitz IIHet Auschwitz dat iedereen kent van foto’s en films is het kamp Auschwitz II – Birkenau dat een paar jaar later, zo’n 3,5 kilometer verderop is gebouwd, om nóg meer mensen in kwijt te kunnen en vooral efficiënt te kunnen vermoorden. In totaal zijn er in 5 jaar tijd ongeveer 1,5 miljoen mensen omgekomen in de kampen van Auschwitz. Zo ook bijv Anne Frank, zo’n 60.000 Nederlanders, ongeveer 230.000 kinderen (maar 750 hebben het overleefd), tien duizenden Russische gevangenen, etc. Lastig te bevatten…

Auschwitz II BirkenauNa 2,5 uur in kamp I, zijn we flink onder de indruk van alles wat we hebben gezien en gelezen. We pakken de shuttlebus naar Auschwitz II en zien daar gelijk al het spoor in het kamp waarop de treinen met mensen binnen werden gebracht. Daar werd dan een selectie gemaakt wie sterk genoeg was om te werken en wie niet, vaak in de verhouding 25%-75%. De mensen die als te zwak werden bestemepeld werden afgevoerd naar de gaskamers met het verhaal dat ze zich ivm hygiëne kaal moesten laten scheren (het haar werd later verkocht) en te douchen. Ze hadden zelfs echte douchekoppen opgehangen, om ervoor te zorgen dat er geen paniek uit zou breken. Vervolgens werd het gas door een luik binnen gelaten, 15 minuten wachten en …… Te griezelig voor woorden.

GiftgasOveral waar je kijkt, eigenlijk zo ver als je kunt kijken, zie je gebouwen of wat er nog over is van houten gebouwen (vaak een laag muurtje en een schoorsteen). We volgen een tijdje een Duitse gids met bejaarden en leren zo nog meer. De gids heeft op een gegeven moment door dat wij meelopen en meeluisteren, dus vraagt in het Duits of we aan willen sluiten bij de groep. Wij doen natuurlijk of we dit niet snappen, dus vraagt ze in het Engels of wij Duits spreken. Nee, antwoorden wij 😉 We hebben altijd een hekel aan van die grote groepen waardoor je je eigen tempo niet kan volgen, maar her en der meeluisteren is wel fijn hihi.

Na een uurtje gaan we met een vol hoofd weer naar buiten, want gelukkig kunnen wij dit wel, in tegenstelling tot de mensen 70 jaar geleden. Wellicht nog interessant om te weten is dat Auschwitz II pas in 1947 als monument is aangewezen, omdat het na de bevrijding nog twee jaar is gebruikt als gevangenis voor de Duitsers. Daarnaast zijn er tekeningen gevonden waaruit blijkt dat de Duitsers dit kamp, dat altijd groeiende was, nog heel veel groter hadden willen maken.

Terug bij kamp I besluiten we meteen te vertrekken richting Krakau. Als we nu gaan rijden, natuurlijk weer binnendoor, zijn we nog bij daglicht in Krakau. Dat daglicht kunnen we goed gebruiken, want in tegenstelling tot in Duitsland is het in Polen niet toegestaan om langs de kant van de weg te kamperen. We zullen dus een camping moeten vinden en het liefst een die ons aanspreekt.

De camping is redelijk rap gevonden op de binnenring van Krakau heeft camping Clepardia zoveel borden neergezet dat je er echt niet omheen kunt. Het lijkt ons echter niet de beste camping van Polen en we hebben ook geen idee wat het prijsniveau hier is. We hebben in de GPS ook een camping staan, waar we eigenlijk naartoe aan het navigeren waren en besluiten ook eerst nog even daar te gaan kijken, voordat we een keuze maken.

De keuze is erg makkelijk, degene die in de gps staat, blijkt niet, of misschien zelfs nooit, te bestaan. De Garmin wijst ons feilloos terug naar het waypoint dat Stefan had gemaakt bij camping Clepardia. We prijzen ons gelukkig dat we niet met een grote caravan rijden, want Garmin heeft duidelijk weer een route gepland met ‘echte Garminweggetjes’ een GPS voor avontuurlijke camperreizigers zullen we maar zeggen.

In motorkleding op het terrasBij de camping checken we vlot in bij de receptieman met de baard en we overnachten hier voor 72 Zlotties per nacht, 2 volwassenen, een camper en stroom. 18 euro ongeveer. We willen vanavond nog even de stad in, maar we hebben niet zo’n zin om uit te zoeken waar de bushalte precies zit en hoe het OV hier eigenlijk werkt. Dus we trekken de motor achter uit de bus en navigeren naar ‘stadscentrum’.

Op bed met de laptopNa een rondje om de binnenstad is het vrij duidelijk dat je daar alleen te voet in mag. Of als passagier van een span stinkpaarden met wagen, we lopen liever. We zoeken op het ‘grootste plein van middeleeuws Europa’ (wat dat ook mag zijn) een leuk terrasje uit, in de buurt van een terrasje met leuke, maar vreselijk luide live muziek. Ideaal zo. De gerechten zijn verre van Pools, wat eigenlijk de bedoeling was, maar de spareribs en hamburger smaken ons prima! En ook hier is alles weer spotgoedkoop. We hebben geen zin om het laat te maken vanavond, dus rijden terug naar de camping. Waar Renee na een heerlijk warme douche, want het is hier vies koud, met de laptop op bed het grooste deel van dit stukje typed, terwijl Stefan de foto’s kopieert en backupped en wat opruimt in de camper.

De volgende morgen is het buiten zo’n 8 graden celcius en weer vreselijk mistig. We hadden eigenlijk de hele dag als ‘Krakau’ in de planning staan, maar we hebben gisteren al gezien dat een volle dag al wat ruim bemeten is voor dit stadje. Stefan besluit toch vroeg het warme bed te verlaten en graaft zijn hardloopschoenen uit de kofferbak. Blijkbaar is het goed om in de kou en de nieuwe omgeving te lopen, want zijn afstandsrecord wordt verlengt van 8.7 naar 10.1 kilometer! Renee draait ondertussen een wasje en terwijl Stefan de kofferbak weer leeghaalt, zodat de motor terug erin kan, loopt Renee even naar de supermarkt heen en weer voor een ontbijtje, dat gezien de tijd die verstreken is als we klaar zijn om de stad in te gaan, als lunch wordt genuttigd.

We pakken nu wel de bus naar de stad, de bushalte bleek namelijk tijdens het hardlooprondje helemaal niet zo ver lopen als we dachten (je kunt vanaf de inrit van de camping vrijwel recht door de woonwijk heen steken), alleen jammer dat de bussen zich helemaal niet aan hun tijdschema houden. We stappen uit in de buurt van het Royal Palace en volgen vanaf daar ook de royal wandelroute door de stad. Pizza ijsAls we het grote plein passeren bestellen we bij de ijssalon die we gisteren al gespot hadden allebei een ‘Pizza Margerita’ en genieten verder tijdens de wandeling vooral van het inmiddels doorgebroken heerlijk warme zonnetje.

Krakau castleKrakau is een mooi stadje, maar na een uurtje of 3 lopen hebben we echt wel het idee dat we alles zo’n beetje gezien hebben (we zijn niet zo van de musea). We doen nog een poging om in zo’n mega winkelcentrum, die in Polen blijkbaar heel populair zijn, een leuke nieuwe spijkerbroek voor Stefan te vinden, maar zonder succes. En daarna wandelen we terug naar het grote plein om geld te wisselen. Onze laatste 300 Poolse sletten zijn blijkbaar 21000 Hongaarse hufters waard, rond de 70 Euro in ieder geval).

Daarna blijkt dat we het geld wisselen beter achterwege hadden kunnen laten, als het Renee met een ‘giant schnitzel’-menukaart gelukt is om Stefan ervan te overtuigen om voor een restaurantje midden op het plein te kiezen, zien we net voordat we wat te drinken bestellen op de kaart staan dat ze alleen Visa creditcards accepteren. En Renee heeft de visakaart per ongeluk niet meegenomen op vakantie. Dus nu hebben we een missie! Een restaurant vinden dat een lekkere schnitzel serveert in ruil voor een Mastercard betaling. Gelukkig kost dat op zo’n groot stadsplein zeer weinig moeite en niet veel later genieten we alsnog van een heerlijk en wederom goedkoop diner.

We zitten allebei proppievol, voornamelijk nog van het ‘ijsje’ van vanmiddag, en Krakau in het donker hebben we gisteren al gezien, dus besluiten we de bus terug naar de camping te pakken om ons weblog te updaten (bij dezen) en alvast e.e.a. rijklaar te maken voor morgen. Zoals de schone, maar helaas niet helemaal droge was binnenhalen, de luifel indraaien, en de stoelen terugdraaien in de rijpositie. We willen vroeg vertrekken, want we hebben 540 km voor de boeg, binnendoor, met een flinke bergpas halverwege Slowakije. Het is ons idee om te gaan overnachten in de buurt van Budapest, maar we zien wel waar we exact gaan uitkomen.

Na maanden voorbereiding, eindelijk vertrokken!

Vertrekfoto

We zijn eindelijk onderweg! Eerst was het nog een gek idee, daarna een mogelijk plan, toen een keuze en nu DOEN we het ook écht! 🙂 We lijken wel gek, we hebben namelijk allebei een hekel aan autorijden, dat wordt nog wat de komende maanden.

Nadat we allebei nog even hebben genoten van onze eigen o-zo-heerlijke douche, want ja die gaan we vast missen, zijn we om 18.30 uur in de bus gestapt. Van tevoren natuurlijk nog wel even de zelfontspanner getest voor onze eerste echte reisfoto; cheeeese!

Over kaas gesproken, we hebben honger. Maar alles is ingepakt en om nou op het plein voor ons huis te gaan koken, is ook een beetje stom. Stefan heeft namelijk afgesproken om rond 20.00 uur bij zijn oma in Enschede te zijn, dat gaan we nu al niet meer redden. Daarom gaat Renee verderop alvast in de rij staan bij de Mac voor een cheeseburger, terwijl Stefan de bus voltankt.
Zoiets moet het worden

We zijn er meteen bij vertrek al achter gekomen dat we iets moeten doen aan de manier waarop de bagage nu is geladen; de bus hangt naar rechts en dat is natuurlijk niet zo goed voor o.a. de bandjes en het stuurgedrag. Dus terwijl we rijden, overleggen we hoe we dit het beste op kunnen lossen. Links staat namelijk de motor en daar kan verder niet zoveel meer staan.

Uiteindelijk kiezen we ervoor om het water en de cola, best nog een grote startvoorraad die helemaal rechts achterin staat, in de cabine aan de linkerkant onder de tafel te zetten. Voor nu prima en binnenkort op zoek naar een permanente oplossing. Gewoon minder meenemen bijvoorbeeld, want kiezen om dingen mee te nemen is veel te makkelijk met zo’n grote bus. 🙂

De zelfontspanner van onze nieuwe camera is nog nooit zoveel gebruikt op 1 dag! :) Na een drankje en gezellig praatje bij oma nemen we rond 22.15 uur afscheid om nog een aantal uurtjes verder te rijden. Terwijl Renee dit schrijft zijn we al 211km onderweg, de bus is aan deze grote trip begonnen met 228536km op de teller. Wie gaat de thuisblijverpoule starten voor de eindkilometerstand van de bus als hij in India bij een haven wordt afgedropt? Of worden er ook weddenschappen aangenomen op een eerder noodlottig eind voor onze oldtimer?

Bus-blog-schrijfsterNa een kort nachtje op een Autohof in de buurt van Hannover, gaat de wekker alweer véél te vroeg voor wat voorlopig het laatste ‘moetje’ is deze reis. We moeten namelijk voor 11.00 uur bij Tropical Islands inchecken om gegarandeerd binnengelaten te worden met onze prepaid tickets en omdat het ‘dag van de Duitse eenheid’ is, zijn we bang dat het druk is vandaag. AutohofAls we om 10.45 het parkeerterrein van de immense hal opdraaien, blijkt dat we juist een heerlijk rustige dag gekozen hebben om alle verf, bitumen, smeervet en olie van de afgelopen weken onder onze nagels uit te weken.

Na een heerlijke dag sauna in, sauna uit, trap op, glijbaan af, pootje baden en hangmat hangen, in een 31 graden, windstil, tropisch regenwoud, zitten we nu bij de ‘hotel receptie’ van Tropical Islands een backup van onze foto’s te maken en dit stukje te plaatsen op hun wifi, flink illegaal, want we zijn van plan om gewoon lekker voor de deur in ons eigen bedje te slapen. Morgen gaan we, zodra we wakker worden, lekker rustig aan richting Polen. De planning is om richting Krakau te rijden, maar we zien wel waar we uitkomen.BinnenWat een mega ding, 107 meter hoog. De Eifeltoren schijnt erin te passen op z'n kant.

Nog een aantal feitjes:
+ Onze maximale snelheid tot nu toe: 109 km/h
+ Aantal dagen onderweg: 1 (we tellen dag 0, het avondje, niet mee).
+ Aantal landen: 2 (Nederland en Duitsland)
+ Laagste invoegsnelheid op de Duitse snelweg: 55 km/h (wat een malloten haha! Maar hij kan gewoon echt niet sneller optrekken… ze moeten de stroken maar langer maken, of we doen het zo)
+ Tijd gespendeerd met ‘pech onderweg’ na vertrek: 30 minuten (herladen bagage en mp3tjes weer werkend krijgen)